Kinderen (en ouders) leren alleen Nederlands als het hun hart raakt

Beste Ben, Beste Conner, beste zoveel anderen die het grote woord voeren op tv over de kleuters die onvoldoende Nederlands spreken,


41 jaar lang zat ik, stond ik of liep ik rond in scholen en klassen. En ik was zinnens om na mijn ontslag vorig jaar in september voorgoed mijn mond te houden en nooit meer een school binnen te stappen, tenzij voor de kleinkinderen.

Maar nu wordt het toch allemaal te gortig met de hele discussie rond het aanleren van het Nederlands aan onze kleuters. En dat allemaal ten gevolge van de afname van een test.

De naam KOALA hoort bij kleuters. Die test ook?

Nederlands leren raakt mij heel persoonlijk.
De manier waarop kinderen een taal leren, en in dit geval Nederlands is iets wat mij altijd boeide. Ik leerde kinderen de taal spreken, lezen en schrijven. En ik heb een groot geluk dat onze kleindochter, 2 jaar en 7 maanden, in drie talen wordt opgevoed, ik haar evolutie kan volgen en vooral dat ik ertoe kan bijdragen. Zij het vaak online.


Vanuit die ervaring, vanuit mijn 41 jaar onderwijs en vanuit mijn gezond verstand en liefde voor kinderen en onderwijs, wil ik nu toch reageren

.
Ben, ouders hun groeipakket afnemen? Foei!


Als ik al zou geloven dat je dat zouden doen. Maar dat gaan jullie niet doen. Ervaring leert mij namelijk dat als er vanuit de overheid ergens een kraan wordt dichtgedraaid, er een andere wagenwijd open gaat en dat dit vaak-meestal niet leidt tot enig effect.

Met het enorme budget dat in Vlaanderen naar onderwijs gaat, moesten wij moeten hoge toppen scoren. Niet dus.


Blijf van dat groeipakket af dat om volgende redenen.

  1. Iets nieuws leren moet leuk zijn. Je moet je verbonden voelen met de taal en zeker met de mensen die de taal aanleren. Ouders gaan zeker niet met plezier een taal leren als er constant een stok van sancties achter de deur staat.
  2. Kinderen kunnen enkel krakkemikkig Nederlands leren van ouders die de taal zelf niet machtig zijn. Het is zeker OK dat ouders Nederlands leren voor een betere integratie en om gesprekken te voeren met leerkrachten of om een agenda te lezen.
  3. Op ondersteuning van ouders met een andere cultuur of uit kansarmoede, wordt al jaren ingezet. Sedert de OVB-lestijden (extra lestijden voor leerlingen met een andere taal en cultuur) straks 30 jaar geleden, doen scholen inspanningen om de ouders meer te betrekken; koffietafels, babbels voor en na de school, taartenproeverijen, schoolpoortcontacten, … Soms had ik het gevoel, en mijn gevoel laat mij zelden in de steek, dat het meer te maken had met eten en drinken dan met taalonderwijs. Gericht op het aanvaarden van culturen, het woord integratie durf ik niet te gebruiken. Ik mocht (moest-cultuur) vaak proeven van de Turkse en Marokkaanse taarten en ik ben geen zoetekauw.
  4. Ik hoorde jou, minister, zelf zeggen dat het idee, de populistische oneliner om in te leveren op het groeipakket vooral een middel was om een discussie op gang te trekken. Het is gelukt. Anderen zijn ook aan het freewheelen geslagen. Alleen hoor ik zelden oplossingen en lopen weer een pak leerkrachten, leerlingen en ouders gefrustreerd rond.
  5. Ouders hebben vaak andere zorgen dan hun kinderen Nederlands leren. Veel ouders zitten in een overlevingsmodus. En nu spreek ik niet alleen van de kansarmen maar ook van de moeders en vaders die een voltijdse job hebben. Ik ben in de jaren 70 opgeleid tot een leerkracht die vond dat onderwijs iets voor de school was. En zo gaf ik les. Bij onze oudste kinderen was dat principe nog heilig op school. Kinderen leerden op school. In de lagere school van onze jongste (nu 25 jaar) werd het onderwijs voor een groot deel overgenomen door (betaalde) externen of door de ouders. Mensen dienen zelfs verlof te nemen om hun kinderen in de lagere school !!!voor te bereiden op hun examens. Tot 94 was ik zelf leerkracht. Dit alles horen en moeten vaststellen is horror voor mij. Betaalde bijlessen in de lagere school? Mijn maag keert. En dan mag ik nog niet denken aan de ouders die elke euro moeten omdraaien vooraleer ze hem uitgeven. Ook deze kinderen wordt externe hulp aangeraden ondanks de vele uren ZORG die er momenteel gegeven worden in het onderwijs. Onderwijs is een commerce geworden en de democratisering van onderwijs is ver weg.

Conner de man die met een zinloos voorstel komt terwijl hij zelf goed weet hoe en waarom kinderen leren


Conner, jij, man van de jeugdbewegingen, ervaren leider. Jij die ging stappen met de jongeren, zong, danste, verhalen vertelde. Jij zou toch beter moeten weten dan de leerplicht te verlagen?
Weet je waarom?

  1. 98 procent van de kleuters zit op school en door de leerplicht te verlagen pest jij alle ouders die nog nood hebben om af en toe zelf bij hun kinderen te zijn.
  2. Door de leerplicht te verlagen verplicht je alle kleuters om de hele dag op school te zitten. Onze oudste kinderen, geboren in 82 en 85 zaten de hele dag op school met als gevolg dat ze vaak ziek waren, toen nog kuren antibiotica kregen, wij veel geld uitgaven voor tapotage en aerosol en opvangproblemen hadden omdat de kinderen ziek waren. Onze jongste, een heel sensueel, alert en betrokken kind, viel tot haar 4 jaar na de middag in slaap en had deugd van haar middagdutje. We hadden toen de luxe dat zij thuis of bij de oma rustig kon slapen in de namiddag. Ze was zelden ziek. Met bijna 20 procent hoog sensitieve kinderen en een drukke tijd, met meer en meer kinderen die vroeg in de opvang zitten, hebben meer en meer kinderen die rust nodig. Een hele dag school is voor veel kinderen op jonge leeftijd te veel.
  3. Wist je, dat landen die het wel goed doen, ik was in Denemarken en Finland, geen lage leerplicht hebben en dat leerlingen de lagere school zelfs later starten? En dat die leerlingen in de namiddag vrij zijn omdat ze het aanbod in 20-21 lestijden krijgen? Kinderen mogen in die landen langer kind zijn en dat loont in de statistieken.

Lieve Lieven Verstraete


Alles respect maar zondag zat ik naar de 7 de dag te kijken en ik was ontgoocheld. Plots hoor ik een belangrijke uitspraak van professor Kris Van den Brande. Niemand kent beter de evolutie van de kennis van het Nederlands in onderwijs dan hij. Het opperde dat het misschien toch aan de didactiek zou kunnen liggen… ‘Nu komt het’, dacht ik maar neen, Lieven. Jij draaide je hoofd en vroeg aan de enige aan tafel die in twee talen werd opgevoed hoe haar ouders dat hadden aangepakt. Op die ene zin van de professor ingaan, dat had pas tot een nuttig gesprek geleid. Maar waarschijnlijk denken jullie, journalisten, door het aanhoudend geroep dat het Nederlands leren enkel buiten de school goed kan gebeuren.

Weg oplossing, weg kans op een dieper gesprek!

Kinderen hebben liefst een mama en een papa die doorleefd hun eigen taal spreken


Onze kleindochter benoemt zelf de talen die ze spreekt. De mama-taal, de daddy-taal en de KITA-taal. Mama, papa en de kinderopvang. Zo vroeg ze haar moeder om geen KITA-taal te spreken. Kinderen willen hun ouders horen praten in de moeder- of vadertaal, in de taal van de liefde, de taal van geborgenheid, de taal waarin ze met de familie spreken, redeneren, lachen en hun eigen verhalen vertellen, een taal waarmee ze een verbinding hebben beyond woorden.


De oplossing zal vlugger komen van de makers van Sarah dan van onderwijsspecialisten


Ik leerde door mijn kleindochter Sarah kennen. Het is een kinderprogramma op KETNET waarin Sarah zingt, verhalen vertelt en knutselt. Ze zingt liederen die elke Vlaming van een zekere leeftijd leerde in de kindertijd. Liedjes over de papagaai en het haasje en het klein stationnetje en de olifanten met de dikste billen van het hele land. Zelfs de oer-Vlaamse klassieker over het vogeltje, dat beestje dat niet kan kakken, komt aan bod.


Met deze liedjes leert onze kleindochter haar Nederlands. Met deze liedjes en met prentenboeken en verhalen. Neen, niet elke dag een ander verhaal. Dagen, weken aan een stuk lezen de ouders dezelfde boekjes tot ze die bijna uit het hoofd kent, veel woordenschat opdeed en zich de zinsconstructies in het Nederlands of de taal van het boekje of lied eigen maakt.


En dat is leuk. Zij vindt dat leuk, wij en de ouders vinden dat leuk en er hangt onmiddellijk een leuke positieve sfeer in huis. Zingen doet goed voor het hart, maakt je vrolijk, houdt je in het moment, verhindert om te piekeren. Maar vooral je kind leert ritmisch een taal, woordenschat en verhalen en ja voor kleuters mag het leuk zijn. Voor iedereen mag het leuk zijn. Vergeet niet dat onze Vlaamse kinderen de moeite en inspanning om een tweede of derde taal te leren niet moeten doen.


Liedjes zorgen bovendien voor heel veel transfer. In het museum zagen we een papegaai op een tapijt en onmiddellijk begon de kleindochter te zingen over die zieke papegaai. Een gesprekje over de paashaas, om van de Sint af te geraken, resulteerde in een liedje over het haasje op de vlucht voor de moordende jager.


Steiner en Fröbel en zoveel andere onderwijsvernieuwers van de vorige generaties, wisten het al; zingen en versjes zeggen is fantastisch voor de gemeenschapszin, voor verbondenheid, voor een goed gevoel en zeker voor taalontwikkeling.

Hetzelfde geldt voor de prachtige prentenboeken en wist je dat wij in Vlaanderen TOP-auteurs hebben van prentenboeken?

Verhalen verbinden, brengen kinderen en volwassenen in een nieuwe wereld, een wereld waar leren leuk is, een wereld waar ze verbanden kunnen leggen, waar ze voluit kunnen fantaseren en kind zijn. En de taal die ze van daaruit leren, integreren ze in hun spel.


Misschien is het een idee om ook samen met de ouders te zingen. Ze leren en taal en er is verbondenheid. Koekjes mogen er natuurlijk bij.


‘Dat gebeurt toch op school? ‘


Dat zei mijn vriendin, zelf onderwijzeres, gisteren ook. En toen vroeg ik of ze de kinderen van de kleuterschool vaak hoorde zingen? ‘Neen’ zei ze. Ze hoorde wel veel zingen, K3 en de zon in je hart en Camille maar de kinderen zongen meestal niet mee of slechts in flarden.


In mijn vorige job zag ik dat er in veel klassen veel te weinig aandacht was voor woordenschatontwikkeling vanuit het meest natuurlijke dat er bestaat; liederen en verhalen. Eén lied per thema is te weinig. Toen ik in het eerste leerjaar les gaf, zongen wij na elke lestijd van 25 minuten. En gaandeweg maakten we ook nieuwe teksten op bestaande liederen. En dat was zo leuk en leerrijk. En weet je, ik deed dat ook zo graag. Creatief zijn is het meest ontspannende wat er is.


Waarom zingen leerkrachten dan niet meer?

  • Misschien omdat ze onder de druk staan van de overladen leerplannen?
  • Misschien omdat ze ook met zindelijkheid geconfronteerd worden? (Dat is nu juist wel een taak voor de ouders)
  • Misschien omdat ze zoveel papierwerk hebben?
  • Misschien omdat leerkrachten te weinig autonomie krijgen in het samenstellen van het aanbod?
  • Misschien omdat ze in de molen van de constante vernieuwingen vast zitten?
  • Misschien omdat leerkrachten afspraken en leerplannen moeten volgen en onvoldoende hun eigen talenten en competenties mogen inzetten?
  • Misschien omdat leerkrachten te veel gebonden zijn aan schoolafspraken, testen, methodes?
  • Misschien omdat zingen, los van muzische vorming te eenvoudig was voor de pedagogen bij wie ze hun opleiding genoten?
  • Misschien omdat ze denken dat iets eenvoudigs en fantastisch leuk niet gelijk staat aan werken?
  • Misschien omdat begeleiders en inspecteurs constant moeilijke dingen verkondigen, terwijl oplossingen voor de hand liggen?

Een kleuterleidster vertelde mij dat ze geen noten kon lezen en dat het niet moest om haar diploma te halen. Dat zet natuurlijk niet aan om te experimenteren met muziek.

Ik kon geen noten lezen en geen blokfluit bespelen toen ik startte in de lerarenopleiding. En op enkele maanden tijd moest ik meekunnen met de rest van de klas. Ik oefende elke avond en vond het op de duur zelfs ontspannend.
In de vakantie na mijn eerste jaar had ik een verplichte muziekstage. DANK daarvoor, eeuwig dankbaar. Ik kreeg er meer zelfvertrouwen, leerde liederen, eenvoudige arrangementen om liederen te begeleiden en vooral die liefde voor het kinderlied.


En tot slot, voor wie nu even de draad kwijt is in dit betoog


Mijn punt is: Maak Nederlands leren aantrekkelijk in de klassen en de scholen. Laat kinderen terug taal verwerven via de meest natuurlijke weg van taalverwerving. Methodieken die al eeuwen werken zijn het verhaal en het lied als basis.
Bovendien, als met z’n allen meer zouden zingen, zouden we er een pak gelukkiger van worden. Gun de ouders een samenzang sessie op school met hun kinderen en geniet er zelf ook van, leerkrachten.

Ik heb het onderwijs ontgoocheld verlaten. Laat dat een ander zijn lot NIET zijn. Ik ken te veel goeie, ontgoochelde leerkrachten.

60-plussers de meest gediscrimineerde leeftijdsgroep?

Deze week horen we plots overal praten over de 60-plussers. Hoe moeilijk ze het hebben, de paria’s van onze samenleving, sukkelaars waar niet naar geluisterd wordt…

Vergeet niet dat wij ook mensen zijn met een vat vol levenswijsheid, geestdrift, enthousiasme en werkkracht.

Sammy Mahdi trok veel discussies op gang nadat hij het onderwerp aankaartte op het congres van zijn partij.

Hij mocht het komen uitleggen in De Afspraak. Het raakte mij. Vooreerst de woorden:’60-plussers zijn het meest gediscrimineerd van onze maatschappij’ en de reacties die erop kwamen ‘Mahdi wil stemmen en lijstenvullers aantrekken voor de volgende verkiezingen’.

Weg enthousiasme. Kunnen we eens ingaan op de feiten?

Een eerste blik op de weekendkrant, bewijst dat zijn woorden meerdere mensen raakten, nog nooit waren er zoveel 60 plussers. En in mijn subjectieve beleving, waren er nog nooit zoveel 60-plussers die NU NOG een waardevolle bijdrage leveren aan de maatschappij, binnen en buiten de media.

Ik hoor bij die leeftijdscategorie.

Het is jammer dat er nu grapjes de ronde doen als ‘Je hoeft geen CD&V-er te zijn om mee te doen aan Hotel Romaniek’ of bij het zoeken naar woorden om een lied te maken over de 60-plussers in de weekwatchers, kwamen onmiddellijk de woorden ‘rusthuis en pamper’ naar voren. Gelukkig maakten Mathieu en Guillaume er een betere versie van.

Dit volledig ter zijde.

Scoren met oppervlakkigheid

Ik wil het even hebben over het woord ‘scoren’. Ik haat het woord buiten de sport en het spel. Altijd gedaan, zal ik altijd doen.

Er is nog weinig vertrouwen in de politiek. Maar geef eens eerlijk toe, de media helpt ook niet. In de bewuste Afspraak met Sammy Mahdi, werd onmiddellijk geopperd dat de voorzitter wou ‘scoren’. Dat is een woord dat ik te veel en te vaak hoor en een ideaal woord om de aandacht af te leiden van de feiten en de realiteit. En het woord is overal doorgedrongen. De laatste maanden in loondienst, kreeg ik de opmerking ‘Jij scoort’ nadat ik een voorstel deed. Het feit dat die reactie kreeg op een voorstel dat ik kon motiveren, zowel vanuit de theorie als de praktijk, stoorde mij mateloos. Ik wou namelijk niet scoren. Ik wou helpen, meedenken, ondersteunen, een discussie uitlokken, medestanders vinden en met tegenstanders in discussie gaan. Maar die kans kreeg ik niet. Ik mocht enkel scoren en voor de rest zwijgen. Ik was ervan overtuigd was het idee waardevol was en dat het zowel maatschappelijk als voor de organisatie waarde had. Ik verwachtte dat men doorging op het voorstel, het in overweging nam of gewoon eerlijk afwees.

Ik zou vanuit dit voorbeeld Sammy gelijk kunnen geven, dat er naar 60-plussers niet wordt geluisterd. Maar dit gaat niet over leeftijd maar over een nieuwe cultuur waarin ik niet thuis ben en verkeerd vind. En die cultuur heet oppervlakkigheid.

Is deze afkeer herkenbaar voor jou, senior medemens?

Of sta ik hier alleen mee?

Ik hoop natuurlijk dat vele leeftijdsgenoten het met mij eens zijn. Op mijn leeftijd streef ik er naar om legacy na te laten. Liefst wil ik nog dingen doen waar de maatschappij beter van wordt en wat de toekomst voor de kinderen en kleinkinderen ten goede komt. En voor mezelf streef ik er naar om dingen te doen waar ik gewoon goed in ben. Niet perfect. Waar ik talent voor heb en waar ik in de flow van kom. Gewoon dingen om elke morgen voor op te staan. Omdat het zin heeft en vreugde geeft.  

Zingeving

Ik heb mij de voorbije jaren als werknemer vaak afgevraagd wat de meerwaarde was van wat ik deed. Of wat ik deed wel gekoppeld was aan lange termijn doelen en of dit alles nog wel gekoppeld was aan wie ik geworden ben als mens?  

En die vraag hoor ik bij leeftijdsgenoten, ‘Wat is de zin?’

60-plussers zijn ZIN-zoekers

We hebben in ons leven al veel zien komen en gaan. En we horen nu jonge mensen met fantastische ideeën komen, waar we zeker aandacht willen aan geven, maar die we ooit hoorden of zelfs zelf uitwerkten. Als je 60- plusser bent heb je soms het gevoel dat de geschiedenis zich blijft herhalen en dat niets geleerd werd.

Maar er gebeuren heel wat positieve dingen. Veel welzijnsorganisaties draaien op 60-plussers die zich inzetten voor anderen omdat het zin heeft en omdat ze een ander willen behandelen zoals ze zelf willen behandeld worden.

Veel 60-plussers zijn de draaischijf tussen 4 generaties; ouders, relatie, kinderen en kleinkinderen.  Ik herinner mij mijn eigen grootmoeder die informeerde naar de gezondheid van één van de kinderen.  Zij was toen 86. Ze had weken voordien gehoord dat één van de kinderen ziek was en toen ik haar voor het eerst terug zag, vroeg ze hoe het was met haar achterkleindochter. Op dat moment is bij mij het besef gekomen dat van het moment je kinderen op de wereld zet, je vertrokken bent voor de rest van je dagen. En met steeds ouder wordende ouders en de mantelzorg, blijven we verantwoordelijk voor onze ouders voor een groot deel van onze dagen. Maar we doen het en we doen het graag omdat het zin heeft.

Alleen wie bezig blijft, wil honderd worden (Japans gezegde)

Veel 60-plussers blijven zich ontwikkelen. Op de vele cursussen die ik nog steeds volg, ontmoet ik leeftijdsgenoten vol dromen. Na hun superactief leven gaan ze een eigen engagement aan of starten ze een nieuwe zaak op. Ze gaan coachen, doen aan stervensbegeleiding, geven yogales, worden gids of reisbegeleider, worden als ik copywriter en blogger, lezen verhalen voor aan zieke mensen, geven Nederlandse les aan anderstaligen, doen flexjobs …

Pampers zijn voor VEEL later

Sammy Mahdi gaf natuurlijk enkel een insteek. Een vaststelling, een filosofie. Maar wat gaat hij daar nu mee doen?

Dat we voor jongeren oud zijn, dat is normaal. Toch zie ik prachtige voorbeelden van integratie tussen generaties op het werk, in families, op evenementen, tijdens opleidingen. Dat ons nichtje enkele jaren geleden ook haar tantes meenam op haar vrijgezellenweekend, was het toppunt van integratie tussen generaties. Het was onvergetelijk en een bewijs dat een nieuwe tijd aanbreekt. Een weekend om eeuwig dankbaar voor te zijn.

Ik ben de voorbije twee jaar volop bezig met het connecteren van mijn eigen talenten in een nieuwe roeping, een nieuw engagement. En ik ben er bijna uit. Het heeft even geduurd en het heeft moeite gekost. Ik ben nu al heel blij dat ik bij de vele mensen waar ik ten rade ging; collega’s copywriting, coaches, mensen bij de ondersteunende organisaties, leraren, collega’s tijdens de verschillende cursussen, potentiële collega’s … nooit een opmerking hoorde over mijn leeftijd. En ik heb ook nooit een deur dichtgetrokken waarna mijn eerste gedachte was ‘Die denkt zeker die oude …’

Neen. Ik ben fier op mezelf dat ik alle overtuigingen over leeftijd achter mij heb gelaten. Ik ben blij dat ik intens op zoek gegaan ben naar de meerwaarde die ik NU op mijn leeftijd kan geven aan de maatschappij en voor de individuele mensen die mijn hulp en steun gebruiken.

Dus ik verwacht niet dat de overheid de 60-plussers (nog) meer gaat bepamperen. Het zijn de mensen zelf die het moeten doen en alles begint in de eigen intieme kring, in de familie, in de buurt, op het werk door respect te hebben van mens tot mens, van ziel tot ziel, van idee tot idee.

Freelance

Senior ben je vanaf 55. Senioren gaan vaak aan de slag als freelancer. Freelancer zijn, heeft zijn voordelen.  Het woord alleen. Free! Vrijheid! En Lance, een lans een speer. Als een speer schieten wij terug in de arbeidsmarkt of op plaatsen waar we een meerwaarde zijn. En we zijn vrij om iets aan te nemen of niet. Wij kiezen. Dus, overheid, ga je ook niet te veel bemoeien met de 60-plussers. Het is niet de overheid die het verschil zal maken, het verschil zit in de hoofden van de mensen zelf.

Wij 60-plussers voelen ons doorgaans jonger dan we zijn, maar soms gebruiken we onze leeftijd om respect af te dwingen.

‘Ik ben 60, dat laat ik mij niet meer zeggen’

‘Ik ben 60, daar ga ik mijn tijd niet meer insteken’

‘Ik ben 60, nu ga ik rusten als ik moe ben’

‘Ik ben 60, ik mag mijn gedacht zeggen’

Eigenlijk zijn dat uitspraken die bij elke leeftijd horen. Als we nu eens met zijn allen opkomen voor onze rechten, niet omdat we 60-plus zijn maar omdat we mensen zijn die vanuit hun authenticiteit willen leven, die hun vele talenten willen benutten en die tijd willen steken in die dingen waar we wel goed in zijn en die we graag doen?

Juist? Juist! Precies zoals onze kinderen eigenlijk al doen! Herkenbaar? Sta jij jezelf toe wat jij je kinderen aanraadt?

Lieve Sammy, Toch bedankt om het onderwerp aan te kaarten. Ondanks de flauwe grappen, en de nood om te scoren????, is het zinvol geweest.  Ik ken wel een aantal 60-plussers die opleidingen in mindfullness geven of heerlijke massages. Als jij, je collega’s en leeftijdsgenoten op die manier blijven stressen en scoren, zal je die 60-plussers nog nodig hebben.  Geef het voorbeeld, boek die heerlijke, zalige massage.