De rustzoeker

Het was druk in huis die morgen. Hij had er een nacht van jagen, dolen en moorden op zitten en zocht naar een rustig plaatsje om zich te nestelen voor de rest van de dag of tot aan zijn volgende maaltijd. 

Overal dook wel iemand op voor een laat ontbijt of om poetsgerief te vergaren of een  thuiswerker met de GSM aan het oor op zoek naar rust om dat professioneel gesprek af te ronden…

Hij schrok van het minste geluid en liep doelloos door elke kamer van het huis, naar de garage en terug. Ik zag hoe hij zich weerde om overeind te blijven. Zijn ogen vielen bijna dicht, zijn tred was onstabiel.

Ik droeg hem naar het tuinhuis maakte voor hem een bedje in een grote doos. Ver weg van alle drukte.

Ik was de enige bij wie de wazige blik van onze kat opviel die morgen, omdat ik weet wat moeër dan moe-zijn is.

Ik wou niet dat hij zo verward de straat over stak op zoek naar een rustig plekje bij de buren. Uit eigen ervaring weet ik wat het is om én moe te zijn én schrik te hebben om doodvermoeid onder een auto, een tram of een trein te  sukkelen. Niet omdat ik depressief was maar gewoon omdat ik  totaal leeg en vermoeid was.

Dit wens ik  niemand toe.  Zo moe zijn is eenzaamheid in het kwadraat omdat slechts enkelen het kunnen zien, zij die het ook meemaakten.

Een beetje dood

“Dan ben jij een beetje dood”. Deze uitdrukking herinnert mij aan mijn schoonheidsspecialiste die jammer genoeg een tiental jaar geleden overleed aan kanker na een lange strijd. Dit was haar antwoord op mijn verhaal, intussen meer dan 12 jaar geleden. Zij luisterde  naar mij en ik naar haar.  Ik durfde ik het woord “dood” niet te gebruiken voor haar situatie. Ze was toen al ziek, ik wou haar hoop niet afnemen, er zelfs niet aan denken.

Jarenlange vermoeidheid

Ik kamp al jaren met vermoeidheid, eerst sluimerend, dan hevig, nu sluimerend. Het begon na mijn 40 ste. Ik verstond het niet en de dokters die ik contacteerde zagen mijn levensomstandigheden; drukke job en kinderen als oorzaak. Ik wist beter maar kreeg geen echte diagnose noch gehoor. Tot ik 13 jaar geleden een arts vond die het wel erkende en ik daarna twee jaar uitrustte met een zeker resultaat. Ondanks het feit dat ik weinig hoop kreeg van mijn behandelende artsen, herbegon ik met werken, ging ik mijn levensstijl aanpassen, sliep ik bij op gestolen momenten en beet ik heel hard op mijn tanden om mijn vaak te verbergen.

Toch bleef ik artsen, therapeuten, genezers contacteren, bleef ik heel veel geld uitgeven omdat ik geloofde in mijn volledig herstel. Dat geloof bracht mij vorige week op advies van een andere therapeute die ik leerde kennen door een vriendin,  bij een endocrinoloog die voor mij het vat van Pandora opende.

Hij bekeek mijn bloeduitslagen en besloot, door verbanden te zoeken tussen de verschillende resultaten van bloeduitslagen die tot 3 jaar oud waren, dat ik wel heel moe moest zijn. Ik voel sedertdien terug mijn lichaam, ik slaap veel. Maar ik heb hoop, ik krijg een nieuwe diagnose  en hij beloofde dat hij mij zal helpen. Nog even wachten op de uitslagen. 

Bij het weggaan kreeg ik zijn boek mee, “De CVS-mythe, waarom onze geneeskunde zich geen raad weet met chronische zieken”. Hij schrijft in een zeer bevattelijke taal over mensen die meemaakten wat ik meemaak en hij geeft oplossingen. 

Het vat van Pandora

https://nl.wikipedia.org/wiki/Pandora_(mythologie)”
Ik wist niet dat vermoeidheid nog een thema was voor mij maar dat is het duidelijk wel. Ik herken de vele verhalen die dokter Coucke beschrijft.

Intussen herlas ik verschillende teksten die ik tussen 14 jaar geleden en nu schreef met als thema mijn leven, mijn vermoeidheid. In het verhaal van Pandora staat dat de hoop in het vat was gebleven en dat we op die hoop steeds kunnen terug vallen. Dat deed ik, dat doe ik. Hoop heeft ook het nadeel dat we de waarheid niet volledig onder ogen zien. Ook dat beaam ik. Op onbewaakte momenten mocht ik de vermoeidheid ervaren op alle uren van de dag en meestal gaf ik daar niet aan toe, ik bleef vechten, verbergen. Met een klager is niemand gediend.

Vervolgverhaal

De volgende weken wil ik mijn verhaal met betrekking tot vermoeidheid aan mijn blog toevoegen als vervolgverhaal. Graag jullie reacties.