Presque sans le sou Des seigneurs et des princesses Y’en a plus beaucoup Mais vivre sans tendresse On ne le pourrait pas Non, non, non, non On ne le pourrait pas
On peut vivre sans la gloire Qui ne prouve rien Etre inconnu dans l’histoire Et s’en trouver bien Mais vivre sans tendresse Il n’en est pas question Non, non, non, non Il n’en est pas question
Quelle douce faiblesse Quel joli sentiment Ce besoin de tendresse Qui nous vient en naissant Vraiment, vraiment, vraiment
Le travail est nécessaire Mais s’il faut rester Des semaines sans rien faire Eh bien… on s’y fait Mais vivre sans tendresse Le temps vous paraît long Long, long, long, long Le temps vous parait long
Dans le feu de la jeunesse Naissent les plaisirs Et l’amour fait des prouesses Pour nous éblouir Oui mais sans la tendresse L’amour ne serait rien Non, non, non, non L’amour ne serait rien
Quand la vie impitoyable Vous tombe dessus On n’est plus qu’un pauvre diable Broyé et déçu Alors sans la tendresse D’un cur qui nous soutient Non, non, non, non On n’irait pas plus loin
Un enfant vous embrasse Parce qu’on le rend heureux Tous nos chagrins s’effacent On a les larmes aux yeux Mon Dieu, mon Dieu, mon Dieu… Dans votre immense sagesse Immense ferveur Faites donc pleuvoir sans cesse Au fond de nos curs Des torrents de tendresse Pour que règne l’amour Règne l’amour Jusqu’à la fin des jours
Stilaan, sommigen doen het iets onstuimiger, anderen heel geleidelijk, zetten we een stap dichter naar het einde van de coronabeperkingen. Ik kijk er met gemengde gevoelens naar. Ik ben blij voor iedereen die ten volle geniet van elke stap in de herwonnen vrijheid. Maar soms heb ik spijt dat de rust van de eerste maanden voorbij is.
Soms mis ik de eerste CORONAdagen
Voor mij gaf CORONA een gevoel van totale overgave. Een gevoel dat mij vreemd is want eigenlijk heb ik graag controle. Maar ik deed het en geen enkele keer overviel mij de drang om ook maar één regel bewust te overtreden. Ook dat is vreemd voor mij. Het leek alsof alles in mij zich overgaf aan de richtlijnen van anderen en aan de natuur. Ik wist dat enkel rust en vertrouwen mij en anderen konden helpen, misschien zelfs redden. Ik beperkte het buitenkomen, bleef in de bubbel en genoot van de rust, de stilte, de wandelingen, de Whatsapp-berichten, de info, nascholingen en vergaderingen die ik via zoom en andere online sessies kreeg.
Het nieuwe normaal is het oude niet, daar kom ik stilaan achter. Maar de grote impact op een mensenleven door CORONA is wonderlijk. Sommige dingen worden nooit meer zoals voorheen en wil ik dat wel? Ik ben fier op mijn constant aanpassingsvermogen en toch heb ik veel twijfels. Als gewoontedier, en geef toe, we zijn dat massaal, verlangen we ergens wel naar wat was maar voor bepaalde zaken mag er een nieuw normaal zijn. En dan denk ik, zelfs in vakantietijd, aan de vele werkvergaderingen die ik mocht meemaken de voorbije jaren.
Handjes schudden en kussen
Neem nu handjes schudden en de veelheid aan kussen die van mij verwacht worden zonder dat ik er zelf veel inspraak in heb. In bepaalde milieus is het gewoon een gewoonte geworden. Door de rust van CORONA ervaar ik dat toekomen op een vergadering vaak een stressmoment was. Ik kwelde mezelf constant met vragen als ‘Heb ik iedereen begroet? Kuste ik de juiste personen of liet ik mij door de personen kussen die er nood aan hebben?’ Kijk, handjes schudden, ligt mij wel maar het vele kussen, ook in professionele contexten, haalt mij uit mijn comfortzone. Als ik aan mijn rondje begon, geraakte ik vaak niet aan de laatste gast vooraleer de vergadering begon. Frustrerend want mensen boeien mij echt en daardoor heb ik veel gemeende en geïnteresseerde vragen die ik wel wil stellen op het moment dat ik die mensen zie. En ik laat mensen graag uitspreken. Ik haat conversaties die constant onderbroken worden door anderen die denken een lijst met gerichte en professionele vragen te moeten afwerken voor een vergadering begint. Ze wrongen zich in alle bochten op zoek naar de volgende collega op hun lijst en stoorden er zich niet aan dat die man of vrouw juist aan het praten was. Hun vraag stond op het lijstje en moest gesteld worden. Elk van die vragen kon per mail gesteld worden maar voor CORONA waren we ons daar nog niet van bewust. Live leek beter toen. Soms kreeg je net geen duw om aan te geven dat jouw tijd met die persoon er op zat. En daar sta je dan, de woorden stijven op in je mond midden het verhaal. Je wist niet hoe lang je moest wachten vooraleer de onderbreker zijn tussenkomst afbrak. Vroeger probeerde ik de laatste zin op dergelijke momenten te onthouden om het gesprek nadien verder te zetten. Maar dat gaf ik op en ook als ik zou zeggen dat mijn pointe nog moest komen, de pret was er voor mij af. Dus stapte ik soms verder om een andere persoon ‘hallo’ te zeggen. Weer een aangenaam en boeiend gesprek tot iemand onderbrak. Te vaak deed ik een poging om een gesprek af te maken en te vaak moest ik vaststellen dat het niet lukte. Dus zette ik mij gewoon op een stoel in een hoek, heel alleen wachtend tot iemand bij mij kwam. Dat kan tegenvallen maar geloof me, maar ik had al heel boeiende gesprekken. Wie komt doet moeite voor jou of is zelf de constante onderbrekingen beu.
Dank je CORONA
Viel het op dat ik de vorige alinea in de verleden tijd schreef? Al die frequente vergaderingen gebeurden in de verleden tijd en ik hoop dat de opgelopen frustraties daar blijven.
CORONA kwam met een onverwachte oplossing. We deden alleen essentiële verplaatsingen en we hielden het bij kleine bubbels. Achteraf gezien was dat voor mij niets te vroeg.
Vaker dan vroeger gebruiken we nu online tools voor het noodzakelijk overleg. Bij online vergaderingen gebruiken we voor, tijdens of na de vergaderingen de persoonlijke chatbox en zelfs bijkomend messenger of WhatsApp om off the record ongegeneerd commentaar te geven of een bedenking, een bezorgdheid of een totale flater aan elkaar te melden. We onderbreken elkaar niet meer.
Kwam CORONA met een blijvende oplossing voor mijn frustraties?
Dit is mijn blog en daarom mag ik het beleefd vragen. “Lieve collega’s en andere mensen met wie ik vaak vergader. Ik haat het om gestoord te worden midden een verhaal als ik met iemand aan het praten ben tijdens de koffie. Niets is voor mij, verhalenverteller, meer frustrerend dan net voor de pointe onderbroken te worden. Als we nu eens alle praktische afspraken via mail of chat deden? En als we de verhalen waarbij we levensecht contact nodig hebben; een goeie mop, een fantastisch verhaal waarbij je de blik van de ander wil zien terwijl je het verrassend einde vertelt, voor live houden? Dan zal de wereld er weer een pak vrolijker op worden en hoef ik mij niet als een gefrustreerde eenzaat in een hoekje van het onthaal te zetten, wachtend op iemand die gedag komt zeggen. Er mocht wel eens niemand meer geïnteresseerd zijn in mij. ”
Zo zorgen we er met ons allen voor dat CORONA blijvend iets goed deed.
Vrijwillige eenzaamheid foto door Felipe Cespedes op Pexels.com