Over oorlog, pesten en mensen die toch deugen

maten makkers

De meeste mensen deugen. Toch doen ze slechte dingen omdat ze denken dat ze goed doen. Dat is de voorlopige conclusie van Rutger Bregman in het boek “De meeste mensen deugen” en ik las al 11 hoofdstukken van de 17!

Soldaten willen niet doden

Wat een schat aan rijke inzichten krijgen we door het boek. Neem nu de onderzochte info over soldaten. Uit onderzoek uit beide wereldoorlogen blijkt dat soldaten 95% van de tijd in de loopgraven niet schoten. Ze hielden zich bezig. Anderen schoten net boven het hoofd van de vijand om hem zeker niet te raken. De meeste mensen willen niet doden. De auteur analyseerde de studies van de meest gruwelijke zaken die gebeurden in de vorige eeuw, de vechtlust van de Duitse soldaten en de holocaust. Duitse soldaten vochten 50% meer en beter dan alle andere soldaten van de geallieerden. Uit gesprekken met Duitse krijgsgevangenen bleek niet dat ze vochten tegen de Joden, voor een ideologie noch voor het vaderland. Ze vochten voor elkaar, ze vochten voor de vriendschap. Ze vochten voor hun maten. Dat hadden de Duitse bevelhebbers goed gezien. Als er vriendschap is onder de soldaten, vechten ze voor elkaar. Soldaten weigerden promoties omdat ze hun makkers niet in de steek wilden laten, ze vochten om hun makkers te verdedigen tegen de vijand. Vriendschap heeft ook nadelen, als je voor je vrienden bent, ben je tegen de anderen.

Kleuters maken groepen als de omgeving er om vraagt

Mensen willen goed doen maar soms nodigt de omgeving uit om een kamp te kiezen en daar gaan we dan op in. Onderzoekers gaven een groep kleuters blauwe en rode T-shirts. Er werd niets gezegd, geen uitleg, gewoon twee kleuren van T-shirts. Na een tijdje gingen de kleuters effectief twee groepen vormen, per kleur. Ze zetten zich ook effectief tegen elkaar af en beslisten dat de andere kleur niet meer mocht meespelen.

Leerlingen deugen

En hoe zit het dan in klassen? Ik voel al lang ergernis bij de goede bedoelingen van leraren om kinderen op te splitsen in niveaugroepen. Je leest goed, goede bedoelingen want er zijn voordelen aan kunnen leren op eigen niveau. Maar wat met de nadelen? Mijn ergernis richt zich vooral op klassen/scholen waar leerlingen in een vaste niveaugroep zitten. Leerlingen horen bij de A-groep omdat ze een kei in wiskunde zijn, bij de B-groep omdat ze middelmatig scoren en bij de C-groep omdat ze uitleg nodig hebben of andere, eenvoudiger oefeningen maken. Het is een hele eer voor de ouders dat je kind voor alles bij de A-groep zit en die A – leerlingen zijn daar ook wel best fier op. Maar is dat ook het beste voor het kind, voor de klas, voor zijn/haar sociaal leven? In sommige klassen splitsen leerkrachten leerlingen op in leeuwen, tijgers en bongo’s of andere dieren om het stigma van sterk en zwak te voorkomen. In gesprekken met de leerlingen horen we toch steevast spreken over ‘de sterke en de zwakke voor wiskunde’. Kinderen hebben dat door, natuurlijk.

Het boek ‘De meeste mensen deugen’ levert mij nogmaals het bewijs aan dat het geen voordeel is voor een kind, een kleuter of een leerling om lang in een vaste groep te zitten. Vaste groepen zetten zich af tegen elkaar af. De mensen deugen maar de organisatie van mensen zorgt er voor dat mensen zich tegen elkaar afzetten.

En hoe gaan we dat dan oplossen?

Dat vaste niveaugroepen in klassen nefast zijn, daar heeft de auteur het niet over, dat concludeer ik. Moeten kinderen hun talenten onder de korenmaat steken? In geen geval. Er zijn andere manieren om samen tot leren te komen in een klas. Vriendschap! Vriendschap zorgde ervoor dat Duitse soldaten hun leven gaven in een zinloze strijd. Duitse officieren zorgden er bewust voor dat er tijd was voor de nieuwe soldaten om elkaar beter te leren kennen, om gelijkenissen te vinden, vriendschap te sluiten, veiligheid bij elkaar te ervaren. Door meer aandacht te geven aan de vriendschap; elkaar leren kennen, samen-activiteiten doen, positieve eigenschappen in elkaar naar boven halen, samen spelen, kunnen leerlingen ook komen tot het belangrijkste binnen onderwijs, samen tot ontwikkeling komen, samen graag leren, samen goeie resultaten boeken.
Vrienden laten elkaar niet in de steek. Een klasgenoot die een oefening niet begrijpt, laat je ook niet in de steek, je legt hem die oefening met plezier uit. En ieder heeft een talent waar je een ander mee van dienst kan zijn. Vriendschap is veel meer dan samen spelen, het is ook elkaars talenten en vaardigheden waarderen, inzichten delen en elkaar helpen waar hulp nodig is. Aandacht geven aan de vriendschap is heel veel tijd en geluk winnen.

Gij kunt da niet!

Ik zat achteraan de klas en een vlijtige leerkracht las na de les voor welke leerlingen alleen moesten werken zonder materiaal, welke met materiaal en welke aan haar tafel moesten zitten voor een her-instructie. ‘Juf, ik kan dat’, riep een jongen, ‘mag ik alleen werken?’ ‘Gij kunt da niet!’ antwoordde de juf die heel haar voorbereiding in duigen zag vallen. Mijn hart brak want het was echt geen moeilijke les. Het waren oefeningen die iedereen moest kunnen oplossen, na de degelijke instructie die de klas kreeg. De juf had niets dan goeie bedoelingen maar …

Er is niets fout om leerlingen oefeningen te geven volgens hun eigen niveau maar betrek hen bij dit proces. Leerkrachten, wacht ten minste tot na de les om na te gaan wie alleen verder kan en wie hulp nodig heeft. En vooral, beslis dat niet alleen, vraag het de leerlingen. De meeste leerlingen deugen en geven dat in alle eerlijkheid toe. Wie de oefening alleen kan maken, die maakt ze alleen, wie liever met twee werkt, zoekt een makker en ze helpen elkaar en wie hulp van de leraar nodig heeft, kan die vragen. Fouten maken mag dus uitleg vragen zeker.
“En als ze dan denken dat ze het kunnen en ze er niets van bakken?” vraagt een bezorgde leerkracht, goed bedoeld. Dan vragen ze het toch aan elkaar, het zijn immers vrienden en vrienden doen dat graag voor elkaar. De sfeer en de energie in de klas is op slag anders.

Week tegen pesten

In afwachting van de week van de vriendschap, is 14 tot 21 februari 2020 nog steeds de week tegen pesten.
Samen zingen brengt mensen samen, de move tegen pesten heeft zijn waarde maar vriendschap staat daar volledig boven. Vriendschap is de basis voor betere resultaten en gelukkiger leerlingen en leerkrachten.

Rutger-Bregman-De-meeste-mensen-deugen-195x300

Preventie van dementie

Op de laatste dag van mijn 10-daagse boekenvoorstelling via facebook, koos ik een thriller waarin een dementerende vrouw de hoofdrol speelt, zij is de ik-figuur.

dementie

Het boek ‘Elisabeth is zoek’ kocht ik impulsief maar het kreeg gaandeweg een enorme waarde voor mij, vooral omdat ik de ziekte, dementie, van dichtbij moest meemaken en ik veel herken. Het is uiteindelijk een moordverhaal maar over dat deel van het verhaal gaat deze blog niet. Al moet ik toegeven dat het hele verhaal goed opgebouwd is, zeker voor een jonge, debuterende schrijfster.

Het verhaal

De oude dame, Maud, is vergeetachtig. Ze maakt een kop thee en vergeet te drinken. Ze gaat naar winkels en vergeet waarom. Soms is haar huis onherkenbaar of is haar dochter een vreemde. Haar wereld wordt steeds chaotischer en zij dreigt de controle te verliezen. Ze vergeet woorden of past ze aan, een stoel is een ‘zitding’ en sneeuw ‘wit zand’. Ze klaagt tegen haar dochter over de werkster, terwijl zij het was die poetste. Maud houdt wel hardnekkig vol dat Elisabeth, haar vriendin verdwenen is. Ze weet het zeker want het staat op een briefje in haar zak. In haar onafgebroken zoektocht nemen de mensen, politie, buren, haar dochter, de zoon van Elisabeth haar niet meer serieus. Dochter Helen verliest haar geduld, als ze niet tot haar moeder kan doordringen. Maud heeft eerder te maken gehad met een verdwijning. En ergens in haar beschadigde geest ligt het antwoord op een onopgelost zeventig jaar oud mysterie.

Lijstjes en tientallen keren dezelfde vragen

In het boek herken ik dwangmatigheden die ik dagelijks moet ervaren bij iemand die mij heel dierbaar is. Ik zie haar constant lijstjes maken. Haar dokter vertelde haar dat ze alles moet opschrijven en dat doet ze. Soms lukt dat, soms geraken de blaadjes door elkaar. Dat sorteert ze en stelt ze vragen tot ze alles weer begrijpt. Haar nieuwe pantoffels draagt ze niet, ze weet niet dat die van haar zijn. Telkens je iets vertelt, stelt ze bijkomende vragen, altijd dezelfde. En dan bij een nieuw bezoek, klinkt ze terug heel helder en hebben we hoop dat het terug zal beteren. Maar niets is nog blijvend. Toch weet ze de routinehandelingen nog heel goed uit te voeren, gelukkig.

Waar is mijn moeder?

Mensen die dementerend zijn, zijn vaak iets of iemand kwijt. Op een dag belde mijn dementerende vader mij om te vragen waar zijn moeder was. Ik antwoordde dat zij al jaren dood was. ‘En jij durft dat zomaar te zeggen?’ Hij sloeg de telefoon dicht. Ik heb heel veel spijt van mijn gebrek aan tact. Zijn realiteit op dat moment was een kind dat zijn moeder zocht. Nu ben ik geduldiger en blijf ik de vragen beantwoorden, steeds diezelfde, steeds opnieuw.
Het boek geeft redelijk goed weer wat er in het geheugen gebeurt: recente gebeurtenissen worden niet onthouden, terwijl het verre verleden vaak helder is. In het boek beseft Maud dat haar gedachten verward zijn. Ze beseft pijnlijk dat mensen haar niet serieus nemen en haar afwimpelen. Als lezer voel je de frustratie en de eenzaamheid van Maud en je krijgt een idee over hoe het moet zijn om verdwaald te zijn in je geest.

En wat zeggen Deepak Chopra en Rudolph Tanzi?

Dementie en de ziekte van Alzheimer komen frequent voor in mijn familieverhaal. Enkele jaren geleden las ik ‘Superbrein’ van Deepak Chopra en Rudolph E.Tanzi. Deze laatste is neuroloog aan Harvard Medical School en wereldberoemd door zijn baanbrekend onderzoek naar de oorzaak van de ziekte. Uiteindelijk zijn er nog geen oorzaken noch oplossingen gekend waar iedereen het eens mee is. Toch biedt het boek een hoopvolle kijk op de ziekte.
Het boek bekijkt het brein vanuit een breder perspectief en de auteurs stellen zich de vraag of er ook een leefstijlcomponent aan de ziekte is. Met andere woorden, kan onze manier van leven preventief werken om dementie te voorkomen? Dat is een vraag die ze niet met wetenschappelijke zekerheid kunnen beantwoorden maar iets waar beide auteurs rekening mee houden. Ze zeggen niet dat dementie het gevolg is van een slechte levensstijl. In de meeste gevallen is deze ziekte het gevolg van de combinatie van dysfunctionele genen en de leefstijl.

De top 5 van preventieve acties

De auteurs geloven dat wat goed is voor de geest, goed is voor het geheugen. Het brein beschouwen ze als een vloeiend proces en niet als een object. Denken en voelen zijn eveneens vloeiende processen. Daarom raden ze aan om positieve leefstijlveranderingen op het gebied van voeding, lichaamsbeweging, stress, meditatie toe te passen. Om tot dat besluit te komen, werden al verschillende onderzoeken gedaan op muizen.

De top 5 om Alzheimer te slim af te zijn:
1. Twee keer per week intensief sporten.
2. Voedsel dat goed is voor het hart, is goed is voor de hersenen; een mediterraan dieet, veel onbewerkte olijfolie, beperkt wijn en pure chocolade en een beperking van calorieën.
3. Uw hersenen blijven trainen
4. Zorg voor sociale contacten want eenzaamheid is een enorme risicofactor.

Baat het niet, het schaadt niet en een gezonde levensstijl zal ons in afwachting zeker gelukkiger maken.

Onder Moeders Vleugels

Little Women

Een verhaal herontdekt

Little-Women_ps_1_jpg_sd-low_Copyright-2019-CTMG-Inc-All-Rights-Reserved-691x1024

Je kon er niet omheen, er was een boek verfilmd voor de toeveelste (een oud-Brakelse uitdrukking) keer. Toen ik de uitnodiging kreeg van de filmclub voor de film ‘Little Women’ kwam ik er achter. Het was de film over de zusjes Marsch. Welk meisje heeft het boek ‘Onder moeders vleugels’ niet gelezen? In mijn herinnering was ik nog heel jong, zat ik zelfs nog in de lagere school. Net daarom miste ik een aantal essentiële maatschappelijke zaken in het boek. Het is een verhaal uit de 19 de eeuw en het gaat over zelfstandige vrouwen die hun mannetje staan en dromen realiseren in een mannenwereld.
Maar nu komt er een nieuwe verfilming onder de oorspronkelijke titel van het boek en met een cast die ik wel graag aan het werk zie, waaronder de vrouw die alle rollen aankan, Meryl Streep. De film kreeg maar liefst 5 oscarnominaties maar verzilverde geen enkele.

Het verhaal

Vrouwelijker dan dit boek kan het niet. Het gaat over de zusjes Marsch, de lieftallige Meg, de kwetsbare Beth, de lichtelijk verwende Amy en natuurlijk de getalenteerde Jo, de schrijfster.
Het verhaal begint gedurende de Amerikaanse Burgeroorlog, 1861-65. Vader March is er al lange tijd niet, hij werkt in de oorlog. De meisjes hebben het niet breed maar maken het beste van elke dag. Ze doen veel aan liefdadigheid. Ze maken kennis met hun 16-jarige buurjongen Laurie, een wees die bij zijn opa woont. Dit groeit uit tot een hechte vriendschap. Mijnheer March is ernstig ziek en mevrouw March moet hem bezoeken in het hospitaal in Washington. Tante March is rijk en zij betaalt de reis. Jo, de genderneutrale afleiding van Josephine, betaalt mee voor de reis, ze knipt ze haar mooie lange haar af en verkoopt ze. In die tijd moest een vrouw met kort haar wel een soort feministe zijn. De rest van het verhaal staat in het boek maar zoals in elk goed vrouwenboek komt er nog een huwelijk. Veel leesgenot.

Louisa May Alcott (1832-1888)

Louisa May Alcott was een Amerikaans schrijfster. Haar boeken gaan over familierelaties en beogen het bevorderen van deugden zoals doorzettingsvermogen en onbaatzuchtigheid. De auteur kreeg les van haar vader maar ook van schrijvers die vrienden van de familie waren. Later werd ze naast feministe ook een abolitioniste, ze voerde actie tegen de slavernij. Little Women, haar bekendste boek, schreef ze in 1868. Jo, de hoofdrolspeler is geen echte ‘lady’. Ze houdt erg van boeken en hoopt om ooit een schrijfster te worden. Haar karakter is autobiografisch. Anderhalve eeuw na haar literaire geboorte inspireert Jo nog steeds talloze schrijfsters waaronder J.K. Rowling.

Met vriendinnen naar de film

Het verhaal is zoet, ouderwets en oprecht. In een tijd waarin we het eenvoudig leven hard promoten, denken we aan SISU en LAGOM, zet het tot nadenken. De meisjes zijn sympathiek en echt niet alleen braaf en gedwee. Wat ook fijn is, er is geen spoortje geweld of seks in te vinden. Noem het ouderwets, maar ik vind dat dus af en toe heel prettig.

Omdat ‘Little Women’ een film is om samen met vriendinnen of dochters te bekijken, ga ik dat ook doen. Samen genieten, weten dat alles goed eindigt en nadien bijpraten over heel andere dingen bij een wit wijntje. Meer moet dat niet zijn.

Over de zon, vuile vensters en Jane Austen

Dag 8 van de uitdaging om elke dag een ander boek voor te stellen. Vandaag koos ik ‘Pride and Prejudice vertaald als Trots en Vooroordeel’ van Jane Austen.
Het is Valentijn, welk ander en beter boek kan ik vandaag kiezen?

De zon en vuile vensters

Mijn week stond volledig in het teken van genezen van die hardnekkige keel- hoof- en oorpijn en tussendoor wat lezen. Dat laatste is het minst vermoeiende wat ik hier thuis kan doen. Naar buiten kon ik niet. Gelukkig komt de zon af en toe priemen tussen de regen- en stormbuien door, een heerlijk supplementje. Ze doet haar uiterste best. Het hele huis baadt in het licht. Ik las deze middag wat artikels in de zonovergoten veranda. Dat maakt mij gelukkig. Alleen… ik mag niet rondom mij kijken. Pasen is nog een eind weg, de vasten is nog niet begonnen, en de paaskuis dringt zich al op. De zon toont niet alleen haar stralen maar ook heel veel stof en vuile vensters. Ik hou mijn ogen op mijn scherm en mijn gedachten bij de zon. Even niet aan mijn vensters denken.

Helden

Deze week dacht ik intensief na over welke boeken/verhalen ik zou voorstellen tijdens de uitdaging. Het waren vooral boeken die heel dicht bij mij aansluiten, waar ik moed uit put, die mij aangrijpen en dat heeft toch vaak met iets heel persoonlijks te maken. Ik maak gebruik van het echte of het fictieve leven van anderen als inspiratiebron. Ik kies mijn helden en mijn helden helpen en ondersteunen mij. In hun verhalen vind ik mezelf en ze maken mijn leven minder saai. Verhalen hebben er deze week voor gezorgd dat het ziek-zijn minder saai was.

Jane Austen

Jane Austen schreef meer dan 200 jaar geleden over haar hoofdrolspeelster als ‘the heroine”. Mijn twee favorieten zijn Elizabeth Bennet in ‘Sense and sensibility’ en Anne Elliot in ‘Persuation’. Twee wijze vrouwen die gewacht hebben op de grote liefde, die tegenslag kenden en beloond werden met een huwelijksaanzoek van een mooie, lieve en rijke man. Het zijn twee verhalen die ons meenemen naar een tijd, lang geleden. Toch zijn ze zonder de franjes zo universeel dat we er ons nog kunnen aan spiegelen. De verhalen voelen heel dichtbij. En het leuke aan de verhalen van Jane Austen is dat ze uiteindelijk tot een goed einde leiden. In de tijd van Jane Austen was kunnen trouwen uit liefde al een droom, een groot geluk en deze droom van beide vrouwen kwam uit.
Nu meer dan 200 later is Elisabeth Bennet nog altijd een grote held voor veel vrouwen, ondanks alle emancipatiegolven. Op Valentijn mag dat, morgen staan we weer voor onze rechten.

Maar als het donker en grauw is buiten en het juist niet het moment is om de ramen te lappen omdat de zon er op schijnt, kunnen we beter een leuk verhaal lezen. Jane Austen haar boeken brengen de zon nog steeds in mijn hartje.
PP boek

De meeste mensen deugen, zeker zij die blozen

Dag 7 van de uitnodiging om elke dag een ander boek voor te stellen
Het boek van vandaag gaat over het positieve in de mens. ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman heeft als ondertitel ‘een nieuwe geschiedenis van de mens’. Met een kop vol snot, een zere keel en oren die geen geluid aankunnen, lukt het me zelfs om geconcentreerd verder te lezen. Het boek voedt mijn geest en fleurt mij op. Het zet mijn hersenen aan het werk om bij alle wetenschappelijke onderzoeken die ik lees voorbeelden te vinden in mijn eigen leven. Ik las het boek nog niet volledig uit maar volgende ‘bewijzen’ wil ik nu al graag vertellen.
Chimpansees zijn sterker in het elkaar bedriegen dan mensen

Rutger-Bregman-De-meeste-mensen-deugen-195x300
De Italiaanse filosoof Niccolo Machiavelli schreef dat een heerser voortdurend moet liegen en bedriegen om aan de macht te blijven. Na eeuwen zouden mensen dus een superbrein moeten hebben omdat ze steeds op zoek zijn naar meer vernuftige middelen om elkaar op te lichten en aan de macht te blijven. Maar dat is niet zo want uit een Japans onderzoek bleek dat de mens het niet kan halen in vernuftigheid tegen de chimpansee. Sterker, we zijn geneigd om anderen te vertrouwen en dat is de reden waarom professionele oplichters hun werk kunnen blijven doen. Machiavelli adviseerde om nooit emoties te tonen, een pokerface te tonen. Maar de mens kan dat niet, hij bloost!?!
Ik bloosde meer dan een stoofpot

Kijk, dit boeit mij. Ik ben een ‘blozer’, zij het vroeger vaker dan tegenwoordig. Als ik mij bekeken voelde, in een nieuw gezelschap kwam, als een knappe gast mij aansprak, net als ik het niet wou, bloosde ik. En dat is knap vervelend.
Ik herinner mij een heel gênant moment op het werk toen ik de veertig al naderde. Op een vergadering kwam een verraad ter sprake. Een verraad? Iemand had voortijdig een datum van een onderzoek gelekt en daar werd een drama van gemaakt. Ik was degene die de persoon naar wie gelekt was, naast professioneel ook privé kende. De manier waarop over ‘dit probleem’ gesproken werd, leek alsof dit een reden tot ontslag was. Ik voelde de blikken op mij gericht en wist dat er mensen waren die aan mij dachten als verrader. In het verslag van de vergadering werd genotuleerd dat een lek van dergelijke ‘belangrijke informatie’ een grove ‘deontologische’ fout was. Ik werd rood tot achter mijn oren, kon door de grond zakken van schaamte maar ik verdedigde mij niet. Ik ben nogal rationeel en kende mijn positie. Ik kon niet bewijzen dat ik de datum niet geklikt had en ik de blaaskaak die mij betichtte kon niet bewijzen dat ik het wel deed. Tenzij ze rechtstreeks informatie zouden inwinnen maar dat was te eenvoudig geweest. Terzijde, ik verontschuldig mij niet voor het woord blaaskaak. Iedereen weet dat ik heel respectvol ben naar anderen toe, maar die man verdient dat. Door het woord ‘blaaskaak’ spontaan te typen, voel ik dat het nog steeds pijn doet.
Ik was beschaamd dat ik daar zat als een stoofpot. Dat je gaat blozen, heb je niet in de hand en hoe lang het duurt, evenmin. Ik dacht dat mijn blozen opgevat werd als schuld bekennen. Enige tijd later kreeg ik als per toeval het bewijs in handen wie dan wel gelekt had, de blaaskaak zelf. Ik hing het niet aan de grote klok, ik ging zelfs geen confrontatie aan.
Blozen is een positief gegeven

De auteur van ‘De meeste mensen deugen’, concludeert vanuit verschillende studies dat mensen hypersociale leermachines zijn, geboren om te leren, te verbinden en te spelen. Blozen is de enige uniek menselijke gezichtsuitdrukking en het is een typisch sociale vaardigheid. Mensen die blozen laten merken dat ze geven om wat anderen van hen denken. Doordat we sociale wezens zijn, kunnen we beter samenwerken dan andere levende wezens. Onze emoties lekken langs alle kanten uit ons lijf, blozen is nog maar een begin.
Sociale mensen zijn slimmer

In het hoofdstuk 5 lees ik verder letterlijk dat sociale mensen niet alleen leuker gezelschap zijn, maar uiteindelijk ook slimmer. Het uiteindelijke slimmer-zijn, heeft niets te maken met genialiteit, enkel met het feit dat sociale mensen veel meer leren van elkaar.

Een zware fout op mijn stageverslag

Dat sociale mensen uiteindelijk slimmer zijn, beschouw ik eveneens als een compliment en als een groot gelijk na lange tijd. Op mijn stageverslag stond dat ik te vriendelijk was en mij te veel op het niveau van mijn gesprekspartners plaatste. Kortom ik was te “gewoon”. Volgens mijn mentor zou ik daardoor mijn ‘gezag’ verliezen. Dit verslag vertrok samen met het rapport dat ik zelf schreef naar de minister. Hij heeft mijn benoeming niet tegen gehouden. Mijn mentor ben ik al gauw totaal uit het oog verloren.

Stel het dood-gaan uit, er is hoop

De moraal van dit verhaal is dat hetgeen waar je op korte tijd dood van wil gaan om aan de schaamte te ontsnappen, op langere termijn een troef kan zijn. Dus moeten we constant proberen het ‘dood-gaan’ uit te stellen.

Mijn dochtertje die mij het boek leende zei nog dat ik van dat boek ging snoepen en dat is zo. Het is één van de boeken die ik traag wil lezen want op elke bladzijde staan nieuwe belangrijke en fundamentele weetjes die mij blij maken omdat ik een mens ben. In mijn geval, dat ik een blozend, sociaal en slim mens ben (sic).

En iedereen zweeg …

holocaust
Januari 1945 – januari 2020
Het is zeer actueel en hopelijk is de aandacht niet tijdelijk. Auschwitz werd 75 jaar geleden ontdekt door de Russen, per toeval. Enkele jaren geleden bracht ik er een bezoek. De vragen die iedereen zich stelt, stel ik mij ook: “Hoe is het zo ver kunnen komen en wat drijft mensen om andere mensen dit aan te doen?”.
Vooraleer ik naar Polen trok, bezocht ik Breendonk. Voor mij kwam dat bezoek nog veel dieper binnen. Breendonk vertelt ons verhalen over mensen van bij ons, niet over de gruwelijke daden van die verre Duitsers, maar over Vlamingen, Belgen die elkaar verraadden en martelden. Bij een bezoek aan de Kazerne Dossin in Mechelen hoorde ik in alle eerlijkheid vertellen dat ook de Belgen meer Joden lieten deporteren dan strikt gevraagd werd door de Duitsers. Hoe kan een volk zo gehaat worden? En hoe slaagt een volk er in om na eeuwen van achtervolging en gruwelijkheden toch weer recht te staan en door te gaan?
Haar naam was Sarah

Ik leerde het boek kennen via mijn jongste dochter die verschillende boeken moest lezen over de holocaust. Zij koos naast ‘De jongen met de gestreepte pyjama’ dit boek. We keken samen naar de films, beide boeken zijn verfilmd, en lazen de boeken. Samen een boek lezen en samen naar films kijken die ons zo hard treffen en van de wijs brengen, schept een band.
Het boek ‘Haar naam was Sarah’ omvat twee verhalen, die in de loop van het boek in elkaar verweven geraken. Het ene verhaal speelt zich af in 1942, het andere in 2007. Het verhaal in het verleden begint in Parijs op 16 juli 1942 tijdens de deportatie van Joodse Sarah en haar familie. Het tweede verhaal gaat over de Amerikaanse journaliste Julia Jarmond die in 2007 een onderzoek doet naar de deportatie van Joden en net het huis gaat verbouwen waar de deportatie in 1942 plaats vond.
Wanneer de politie de familie van Sarah meenemen,  verstopt Sarah haar broertje Michel in de kast waar ze altijd verstoppertje spelen. Haar broertje moet beloven daar te blijven tot ze hem komt halen. Ze doet de kast op slot en houdt de sleutel dicht bij zich. Sarah hoopte haar broertje vlug te kunnen bevrijden. De Joden werden vanuit het Vélodrome d’Hiver in Parijs gedeporteerd naar concentratiekampen maar Sarah weet te ontsnappen en keert terug naar Parijs. Daar vindt ze haar broertje dood in de kast. Alle hoop die ze nog koesterde en die je als lezer met haar mee koestert, is voorbij.

Gewoon doorgaan

In de verschillende verhalen die ik hoor en lees over beide wereldoorlogen stel ik vast dat slachtoffers na de oorlog gewoon niet meer over de gruwelijkheden gepraat hebben. Ze hebben hun leven opnieuw opgenomen en geprobeerd er het beste van te maken. Bij sommigen lukte het, bij anderen niet.

En iedereen zweeg

In het boek heeft Sarah heeft dit nooit kunnen verwerken, ondanks de steun van het gezin waarin ze terecht kwam. Ze verhuist naar Amerika, vertelt nooit over haar traumatisch verleden en pleegt heel jong zelfmoord. Het leven van de journaliste neemt onverwachte wendingen. Ze verhuist naar Amerika en leert de zoon van Sarah kennen. Hij had het verhaal van zijn moeder nooit gehoord. De oorlog was voorbij en iedereen zweeg. De schoonvader van de journaliste was er bij toen Sarah haar broertje dood uit de kast haalde. Ook dat bleef een groot geheim, verborgen voor de familie en voor iedereen.

Andere boeken over deportaties en het leven in concentratiekampen

Ik heb al wat boeken over de Tweede Wereldoorlog gelezen. Deze zomer wurmde ik mij door ‘Ik ontsnapte in Auschwitz’. Een waargebeurd verhaal over het leven in het kamp en hoe de man toen hij eindelijk ontsnapte geen gehoor kreeg bij staat en kerk. Toen vroegen mensen mij hoe ik dit gruwelijk verhaal kon lezen tijdens een vakantieperiode. Ik deed het en zette door want elk boek over wat gebeurde in de concentratiekampen brengt nog nieuwe wreedheden naar boven. Ik kik daar niet op maar wil weten waartoe een mens in staat is.
Waarom worden deze boeken met waargebeurde verhalen pas recent verteld? Omdat deze mensen na de oorlog ook gedacht hebben dat ze het gewoon moesten vergeten en verder doen. Zo gruwelijk was de realiteit, mensen hadden tot het einde van hun leven nodig om woorden te vinden die het verhaal kunnen vertellen.

Paula, een prachtig boek, een verhaal dat je niemand toewenst

Dag  5 van de uitdaging om elke dag een boek voor te stellen

Isabelle Allende, een schrijfster naar mijn hart

Als ik Isabelle Allende lees, krijg ik instant het gevoel dat deze dame een rasechte verteller is. Iemand die met plezier schrijft en niet piekert over een zin vooraleer hem neer te pennen. Haar woorden komen recht uit het hart op papier. Voor mij getuigt dit van een zeer warme vrouw, iemand bij wie fictie en realiteit constant door elkaar lopen. Ze is een vrouw die de dingen enorm doorvoelt. Ik lees graag  autobiografisch boeken, dat maakt een verhaal echter, levendiger. Hier voel ik de pijn van een moeder die haar kind moet afstaan in elke zin. De schrijfster is daardoor heel dichtbij en dat is zo in al haar boeken. Graag deel ik enkele pittige details, ik hou van details, over de schrijfster. Ze schreef  haar eerste boeken op de hoek van haar keukentafel en elk jaar op dezelfde dag begint ze een nieuw boek. Nu schrijft ze in haar tuinhuis. Waarschijnlijk kan haar tuinhuis na haar gigantische boekenverkoop niet meer vergeleken worden met het stulpje als dat van ons. Ze is 77 jaar en het voelt altijd goed dat mensen op oudere leeftijd nog zoveel waardering krijgen en nog tot prachtige dingen in staat zijn. De verhalen die ze vertelt zijn vaak autobiografisch. Daarnaast heeft ze een enorme culturele en historische bagage die ze graag in haar boeken verwerkt. Haar boeken kennen een grote variatie aan politieke en sociale themas waar ze een eigen verhaal van maakt. En net daarom lees ik haar graag, al heel lang. Haar recentste boek, “Bloemblad van zee”, staat op mijn verlanglijstje. Het is een historische roman en uit de bibliografie lees ik dat het weer een verhaal is over hoop en het kunnen beginnen van een nieuw leven, telkens opnieuw.

De mama van Paula

Paula is de overleden dochter van Isabelle Allende. Terwijl haar dochter in coma ligt, voelt Isabelle Allende de nood om haar te vertellen waar zij en haar voorouders vandaan komen.  “Luister, Paula, ik ga je een verhaal vertellen, zodat je je niet zo verloren voelt, als je wakker wordt”. Dat is de eerste zin van het verhaal. Het verhaal brengt de auteur terug naar Chili, waar de familie vandaan komt en is moeten verhuizen ten tijde van de militaire staatsgreep. De politieke en maatschappelijke problematiek van de Chilenen zit in het familieverhaal verweven. En steeds kruidt ze alles af met een vleugje magie. Doorheen het boek herken je ook fragmenten/gebeurtenissen die de auteur gebruikte in vorige boeken. Met een enorme overgave schrijft ze voor haar dochter een boek over haar leven en haar dierbare herinneringen. Isabel wil dat ze het boek leest wanneer ze uit haar coma komt.  Ze beschrijf ook hoe zij tot schrijven is gekomen en haar eigen liefdesleven. Ze onderbreekt het familieverhaal door de evolutie van de ziekte te beschrijven. Treffend vind ik het moment dat Paula haar mama aanspreekt in een droom. Ze bleef constant zoeken naar oplossingen voor de ziekte maar ze voelt dat Paula niet langer wil opgesloten zitten in haar eigen lichaam. Ze wil niet meer in de ruimte tussen leven en dood zitten. Isabel vertrouwt op haar gevoel en dat ze echt contact had met haar dochter. Toch heeft ze het enorm moeilijk met het accepteren van Paula’s dood. Toen ik het boek las, nam het mij helemaal over. Soms moest ik afstand nemen.

Het Zwarte Woud, die andere magische plek 

Ik las het boek op vakantie in het Zwarte Woud. Het was een  vakantie die ik nooit vergeet. We logeerden in een zeer eenvoudig gasthuis  bij een ouder maar supervriendelijk koppel. De vrouw kon fantastisch koken en elke dag at ik er verse forel, telkens op een andere manier klaargemaakt. Het belangrijkste aan die vakantie was dat ik er de creativiteit door mijn aders voelde stromen op de momenten dat ik het boek even opzij legde. Ik ontwierp er een spel om op een plezante manier tot correcte spelling te komen. Achteraf deed ik er niets mee. Misschien moet ik er deze zomer nog eens terug, wij hebben nu een dochter die daar niet zo ver vanaf woont.

Schrijven om verdriet te helen 

Hoe helend kan schrijven zijn, als je het kan aan het ziekbed van je dochter? Dat merk ik bij mezelf ook, sedert ik regelmatig schrijf. Het wordt een verslaving, iets wat je nodig hebt, iets wat je geest opent en je gedachten op orde zet. Je kanaliseert verdriet door het in een verhaal te gieten. In de loop van de maand december kanaliseerde ik een  frustratie doorheen mijn blogs. Ik was kwaad en schreef het van mij af. Toch hebben de lezers het niet gemerkt want door het verhaal op te kuisen, na te lezen, bij te sturen, schoonde ik mijn eigen frustratie op. En het werkte. Ik zie dat frustrerend verhaal nu in een ander perspectief.

En welk boek van Isabelle Allende verkies jij?

 

paula

Wilde Lucretia is een ongemanierd klein monster!

Dag 4 van de uitdaging om gedurende 10 dagen een boek voor te stellen.

Het boek dat ik nooit voorlas

“Wilde Lucretia is een ongemanierd klein monster” Dat is de eerste zin van het prentenboek dat geschikt is voor kinderen vanaf 6 jaar. Lucretia doet alles wat niet mag van boeren tot zichzelf volproppen met chocolade tot de klas op stelten zetten. Dat lukt haar omdat de andere kinderen in de klas ook keicool willen zijn. Papa Crum is een uitvinder en maakt dingen om zijn dochter in toom te houden, van bekzeep tot een kalmeerkooi. Dit alles maakt haar nog wilder. De ouders zien een oplossing in een heel wild feest met grote monsters die zelfs Lucretia bang maken. En Lucretia komt tot inzicht want ze wil geen groot monster worden, ze wordt een voorbeeldig engeltje. Het boek heeft wilde, humoristische, karikaturale tekeningen met veel gekke details die van het papier spatten. De tekeningen illustreren het verhaal maar wat een dom verhaal.

Eindelijk een boek over een meisje met mijn naam

Het is niet moeilijk te achterhalen waarom ik dit boek kocht toen ik mijn jongste voorlas, meer dan 15 jaar geleden. Toch las ik het niet voor en ik heb het boek nog nooit aan iemand voorgelezen, het zit diep in mijn boekenkast. Waarom? Omdat het boek enkel nadruk legt een kind met slecht gedrag, een wild stout kind. Ik zie de humor niet. Het verhaal is ook in strijd met alle basisprincipes van de kinderpsychologie. Voor mij sloeg de auteur de bal serieus mis. Het boek kreeg nochtans een nominatie van de Stichting Nederlandse Kinderjury.

Waarom ik het nooit voorlas?

Het boek leest voor mij als een slecht leerlingendossier. Alle tekorten van het kind staan er in en het kind is alleen verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag. Volgende bijkomende gegevens staan eveneens in het boek en de schrijver doet er niets mee; Een papa die zich liever in zijn kelder bezighoudt met nieuwe ontdekkingen om zijn kind te temmen, een leerkracht die er niet in slaagt om het gedrag van het kind te duiden en haar klas in de hand te houden en een mama die een feestje met grote monsters organiseert om haar kind af te schrikken. Dan zijn er ook nog de andere ouders die hun eigen kinderen en Lucretia doodsbang maken. Kan een meisje zo stout zijn zonder reden? Kan een stout kind door een extra afwijzing een engeltje worden?

Daar geloof ik niets van. Voor mij is het meisje een rebel, een kind dat constant nieuwe dingen probeert. Ze is zeker een kind dat aandacht vraagt en doordat ze zoveel aandacht krijgt, gaan haar fratsen steeds verder. Negatieve aandacht is ook aandacht. Het boek bericht enkel over haar slechte eigenschappen en ik geloof dat achter elk gedrag positieve intenties zitten. Elk kind heeft talenten. De omgeving van Lucretia heeft daar weinig begrip voor omdat ze enkel een probleem zien. Is Lucretia een hoogsensitief kind zoals 15% van de mensen? Eentje dat heel veel indrukken opdoet omdat haar hersenen heel intens werken? Het staat bekend dat dergelijke kinderen orde en rust nodig hebben maar ook af en toe stoom moeten aflaten. Of misschien is ze net als haar vader een creatief kind dat steeds nieuwe ontdekkingen wil doen, grenzen wil verleggen? Of misschien heeft ze iets van haar moeder en is ze creatief in haar achterbaks-zijn? Hoe achterbaks kan een moeder zijn die haar dochters verjaardagsfeest saboteert? En die juf, heeft zij wel voldoende gezag om een creatief en grensverleggend kind te ondersteunen in haar ontwikkeling? Waarom vinden al die kinderen de fratsen van Lucretia interessanter dan de lessen van de juf? Als we om-denken ziet de situatie er helemaal anders uit.

Neem tijd en luister!

De eerste oplossing ligt voor mij in het luisteren naar dat meisje. Door mijn beroep mocht ik al veel boeiende gesprekken met leerlingen voeren. Ik leerde vooral luisteren naar hen want zij zijn doorgaans eerlijk en loyaal. Vaak zijn kinderen net diegene die de twee kanten van een medaille zien. Ze vertellen over een kind met gedragsmoeilijkheden op school maar ze durven ook de reacties van de volwassenen in vraag stellen.

Misschien moet ik het boek toch eens voorlezen aan de kleinkinderen en hen eenvoudigweg vragen of en hoe de volwassenen anders hadden kunnen reageren. Benieuwd wat zij zeggen en ik weet zeker dat mijn twee kleinzonen tot creatievere oplossingen zullen komen. Het is zeker een interessant boek voor volwassenen die het kind in de ‘Wilde Lucretia’ willen zien. Maar laat kinderen van 6 jaar naar echt leuke verhalen luisteren.

Van monster naar engeltje op een pedagogisch en psychologisch totaal onverantwoorde manier.

De imaginaire muilpeer

Dag 3 van de uitdaging om elke dag een boek voor te stellen

Een cadeautje voor mezelf

Tussen de Sint en de kerstman deed ik mezelf een cadeautje, zo maar. Ik had gelezen dat er een nieuwe uitgave was van de beste werken van Bomans. Kijkend in de etalage van de boekenwinkel kwam dat idee in mij op en precies tien seconden later bestelde ik het boek. 

Pieter Bas

Ik ben een fan van Godfried Bomans, al heel lang. Ik geniet als ik lees in Eric en Pieter Bas, de capriolen en vooral de “Mijmeringen bij een bord spaghetti”. Elke keer ik een voet op Italiaanse grond plan, lees ik dat laatste kleine boekje opnieuw. Godfried Bomans droeg en draagt bij aan mijn innerlijk geluk en in de rust die ik mezelf gun bij een boek. Ik las en herlas, lees en herlees. Thuis declareerden we teksten uit Pieter Bas. Mijn broer was zo bezeten dat hij elk jaar tijdens zijn eindexamens, Piet Bas herlas. Het boek zorgde voor rust in zijn hoofd. Ik was niet het kindje dat boeken verslond en zeker geen jeugdboeken. Godfried Bomans was wel populair in de klasliteratuur. Ik herinner mij het moment dat onze leerkracht voorlas hoe de broertjes Bas ’s avonds hun drollen vergeleken in lengte en dikte. Mooi toch. Zo moet een tekst voor mij zijn. Vanuit het gewone toont Bomans de echte mens met nood aan competitie, broederschap en gezelligheid.

Erik

Bomans kreeg mij aan het lezen. “Erik” is een ander pareltje en daar las de leerkracht Nederlands van het vierde middelbaar uit voor. Ik wist onmiddellijk dat ze veel gevoel voor humor had toen ze de tekst waaruit de lichte vorm van dyslexie van Erik bleek, hij verwarde wesp met weps, voorlas. Gelukkig liet onze leerkracht Nederlands de dwaze, totaal overbodige en vervelende vragen na elk hoofdstuk achterwege. Over die vragen zei Bomans zelf dat hij de meeste niet zou kunnen beantwoorden. Bomans was de enige ‘verplichte auteur’ die ik achteraf bleef lezen omdat ik mij zijn verhalen zo goed kan voorstellen en hij mij aan het lachen bracht door van het gewone iets heel grappig te maken. Hij ging ver in zijn fantasie en dat deden wij, mijn broers en ik, heel graag. Zonder dat het drama heette, speelden wij rollenspelen, onder andere met verhalen van Bomans.

Een nieuwe uitgave van zijn beste cursiefjes

Gelukkig zijn er nog mensen die net als ik bijna 50 jaar na de dood van Godfried Bomans uitkijken naar een nieuwe versie van zijn verzameld werk. Het cursiefje dat ik als tiener een topper vond is het verhaal van de stoffenverkopers. Ja! Het hoort bij de beste werken van Bomans. Ik deel de mening van de jury. Het verhaal staat in  “De Brandmeester” van pagina 55 tot 62. Acht bladzijden echt plezier. Ik vertel het kort…

De stoffenverkoper

De kleine Godfried moest met zijn mama mee naar de stoffenwinkel. Die mama wist iets over stoffen en was zo kritisch dat ze verkopers tientallen stoffen liet uitvouwen om na lange tijd en heel veel ‘ont-wikkelde’ rollen te zeggen dat ze er nog even over moest nadenken. De stoffenverkoper bleef beleefd, onderdanig en vriendelijk. Dat moest. Tegenwoordig bestaan daar trainingen voor. De verkopers uit de jaren 40 en 50 waren welgemanierd en vriendelijk uit plichtsbewustzijn, om hun werk niet te verliezen. Omdat Bomans een sociaal mens was, stelt hij alternatieven voor om de stress (al bestond dat woord waarschijnlijk nog niet) van de stoffenverkopers te reduceren. Ik citeer letterlijk: “Hangende dit onderwerp heeft een magazijn in het Westen des lands  een voorlopige oplossing gevonden die als zeer curieus hier vermelding verdient. Om de honderd klanten mag daar een bediende een klant opeens, zonder dat daartoe de minste aanleiding bestaat, een muilpeer toedienen.”

Kijk, dat is zijn zinnen die je als 19-jarige super grappig vindt, waar je onmiddellijk in een deuk van ligt, je tientallen keren citeert en hoopt dat een andere er evenveel plezier aan heeft als jij zelf. Veertig jaar later weet ik dat een muilpeer verkopen aan mensen die hemeltergend hard op je humeur werken en je zenuwen en hartslag op de proef stellen, geen goeie oplossing is. Maar het blijft grappig. De gedachte aan een goeie muilpeer doet al deugd en laat je goesting om die te geven overgaan. Om die reden kijken veel mensen graag naar ‘De Kampioenen 4’.

Maar beter, veel beter dan ‘de kampioenen’ zijn de boeken van Bomans. Als iemand mij zegt fan te zijn van Bomans, denk ik al onmiddellijk: “Dit is een mens met een groot gevoel voor humor”. Zo bezeten ben ik van zijn werk. Ben jij ook fan?

De brandmeester, een verzameling van de beste cursiefjes van Godfried Bomans

Van migrant naar “sir” Cliff

De biografie van mijn jeugdidool

Ik heb de uitdaging van Hilde Vandebroek geaccepteerd: het tonen van 10 boeken die ik leuk vind (1 per dag) op facebook. Ik mag geen uitleg geven en geen kritiek, alleen de kaft tonen. Maar aan mijn boeken zitten zoveel verhalen vast, dat ik ze graag deel via mijn blog. Voor de tweede dag op rij, stel ik een biografie voor. Vandaag is het die van mijn jeugdidool Cliff Richard.

1973

Ik herinner mij nog als gisteren het Eurovisiesongfestival van 1973. Ik was dertien, kreeg nog geen Engelse les en was nog nooit verliefd geweest. De knapste man die ik ooit zag, zong voor het Verenigd Koninkrijk. Hij won niet. Hij werd derde. Toch was ik heel blij dat hij in de hitparades hoger stond dan de Franse winnares Anne-Marie David. Op de Nederlandse televisie presenteerde Ad Visser TOPPOP, een wekelijks muziekprogramma. Hoe hoger Cliff Richard stond in de ranking, hoe groter de kans dat hij op tv kwam. Het lied ‘Power to all our friends” en Cliff Richard zelf, zorgden voor het eerste pingpongspel van mijn hormonen. Hij had, heeft een prachtige stem, hij heeft iets exotisch met zijn donkerbruine ogen en zijn danspasjes vond ik toen mooi. Ik was op slag verliefd voor de eerste keer in mijn leven. Gelukkig zat er een grote poster in het muziekblaadje dat ik met mijn zakgeld kocht. Willy Sommers vloog in de vuilbak, Cliff Richard hing nu aan de muur van mijn slaapkamer.

2003

Mijn zoon ging met mij, onder veel voorwaarden, mee naar de generale repetitie van een optreden van Cliff Richard met Helmut Lotti op de Grote Markt in Brussel. Daar moest ik vaststellen dat er meer beweging in Cliffs heupen zat dan in het hele lijf van de 29 jaar jongere Lotti. Ik was te laat voor kaarten van het echte optreden maar was blij mijn jeugdidool eindelijk “in het echt” te zien.

2014 Een glorie- en een rampenjaar

In 2012 hoorde ik plots veel muziek van Cliff Richard op de radio.  Ik vreesde het ergste maar neen, hij kwam nog eens naar Brussel in Paleis 12. Nu had ik wel kaarten. Ik genoot oprecht van het optreden. Dat zelfde jaar stortte mijn wereld in toen mijn man mij tijdens een etentje voor onze trouwverjaardag op 14 augustus vertelde dat mijn idool aangeklaagd werd voor kindermisbruik. Als trouwe fan heb ik dit nooit geloofd en ik volgde de onderzoeken op de voet, onder andere via facebook. Eerder dat jaar las ik zijn biografie. Ik wou meer weten over een 74-jarige die enthousiast zong en danste op een podium en ik beloofde mezelf om dat op die leeftijd ook nog te doen.

My life, my way

De biografie dateert van 2009, hij was toen 69 en 50 jaar zanger. Het boek  is één lang interview met antwoorden op de vragen over hoe hij is als mens en artiest. Hoe hij zoveel succes kreeg en dat bleef houden. Het hoofdstuk over de armoede in zijn jeugd en zijn geloof vond ik treffend en heel eerlijk. De biografe en journaliste  Penny Junor weet de juiste vragen te stellen. Het boek geeft zelfs het gevoel dat Cliff door de vragen nog sterker tot nadenken werd gezet, wat het levensverhaal net verder uitdiepte tot die finesses die mij echt boeien. Ik wil achter alles de mens leren kennen. Samen met zijn ouders moest het gezin bij de onafhankelijkheid in 1948 India verlaten voor het koude Engeland. Hij was als jonge zanger de enige kostwinner voor een vaderloos gezin. Daarom koesterde hij heel hard zijn carrière en was het geen optie om als tieneridool een relatie aan te gaan. Hij heeft het ook over de vele goede doelen waar hij zich voor engageert en spreekt open over zijn geloof en hoe dat zijn leven veranderde. Daar werd meewarig over gedaan, terwijl de Beatles op dat moment mediteerden in India, wat wel aanvaard werd. Het is een verhaal waarbij de held van arme migrant een “sir” werd. Hij was de eerste rockster die koningin Elisabeth ridderde. Zij was duidelijk ook een fan.

Ik lees graag biografieën omdat ik hoop daarmee de mens echt te leren kennen. Dit boek leerde mij dat mijn idool een schoon mens is, van binnen en van buiten. Soms lees ik een interview en denk ik: “Dit had ik graag zelf afgenomen.” Kijk dit was er zo een, niet omwille van de man maar omwille van het doorvragen op momenten dat andere journalisten al aan het schrijven zijn.

Dit jaar wordt hij 80. Hij geeft verschillende optredens maar ik denk niet dat ik het Kanaal ga oversteken. Hoewel…wie weet. Is er iemand kandidaat om mij te vergezellen?

Biografie van mijn jeugdidool Cliff Richard