Meesterschap
Nooit gedacht dat ik de directrice van de school waar ik mijn eerste interim deed en waarvoor ik later nog enkele jaren zou werken, zou bedanken in een column. Ze was streng voor mij, beginnende leerkracht. Ik startte in het eerste leerjaar in september. Het leerjaar waar ik het meeste schrik voor had omdat we zo veel geleerd hadden over de belangrijkheid van de lees-, reken- en schrijfvoorwaarden in de lerarenopleiding. Ik dacht dat ik al veel wist maar kreeg daar niet de bevestiging van, integendeel. Ze maande de leerlingen aan om recht te zitten en de juiste schrijfhouding aan te nemen. Ze observeerde de lessen, dacht mee en zei vooral wat beter en anders kon. Ze eiste een overzichtelijk bordschema in kleur met een perfect bordschrift en controleerde de klaswanden. Ze wou dat de letterdoos klaar stond voor elke les zodat leerlingen niet verward raakten in de vele letters die ze nog niet kenden. Ze wou dat kinderen de tekst volgden met de vinger om zeker te zijn dat ze de tekst niet van buiten gingen papegaaien. Kortom, ze wou dat ik kinderen ondersteunde in hun aanvankelijk leerproces en hen daartoe de nodige structuur bood. Ze legde onmiddellijk de plooi voor een stiel die ik graag gedaan heb en waarin ik mij jaren later in specialiseerde: de overgang van de kleuterklas naar het eerste leerjaar.
Lesgeven vraagt meesterschap

“Lesgeven in de eerste graad is een stiel”, zeg ik tegen leerkrachten van de eerste graad. Bij eentje staat het schreien nader dan het lachen, de andere lijkt meer bereid om mee te gaan in onze vaststellingen. “Het is een meesterschap dat je gaandeweg moet leren, met vallen en opstaan”. Mijn collega is net als ik een ervaringsdeskundige in de eerste graad. We troosten hen door te zeggen dat wij ook op de vingers getikt werden, wij ook moesten bijleren, ook bleven proberen om uiteindelijk tot resultaat te komen. De jonge leerkrachten lachen even. We reflecteren verder over hoe zij de hiaten in de didactische aanpak kunnen bijsturen en hoe zij leerlingen verder kunnen ondersteunen om tot betere resultaten te komen. Het eerste leerjaar is cruciaal in de onderwijscarrière. Het is dat ene moment waarop ze schoolrijp of bijna-schoolrijp zijn, het ideale moment om te leren lezen, rekenen en schrijven. En dat moment is kostbaar want het komt nooit meer terug.
Het proces van schoolrijpheid
Intentioneel leren vraagt inspanningen van de lerende maar ook van de leerkracht. Hij of zij moet de leerinhouden op een overzichtelijke en logische manier aanbrengen, oefenen, een stapje terugzetten, weer een stapje verder gaan, het eens op een andere manier proberen … Voor sommige kinderen lijkt lezen een natuurlijk proces. Ze lezen woorden globaal, uit herkenning maar beschikken ze over alle deelvaardigheden om tot lezen te komen? Slagen ze er visueel en auditief ook in om andere woorden te analyseren en te synthetiseren? Kinderen verdienen dat dit proces systematisch gebeurt met respect voor hun gevoelige leeftijd want niet alle kinderen zijn voldoende schoolrijp in het jaar dat ze zes jaar worden. Sommigen zijn pas enkele maanden later klaar en het schooljaar loopt verder. En er is zoveel dat we moeten ondersteunen tijdens die cruciale maanden: de lees-, reken- en schrijfvaardigheden, het metacognitief bewustzijn, de zelfsturing, de concentratie, uit de egocentriciteit stappen … Sommige kinderen zijn qua mentaliteit en rijpheid nog kleuters in het eerste leerjaar en dit vraagt een specifieke aanpak.
Leren lesgeven in het eerste leerjaar
Op een onderwijsconferentie in Londen hoorde ik dat Schotse studenten van de lerarenopleiding voor het secundair onderwijs stage moesten lopen in het eerste leerjaar omdat ze daar duidelijk konden zien hoe ze het proces van intentioneel leren kunnen ondersteunen. De verschillende fasen van leren zijn duidelijk en je leert er een klas managen. Terwijl het ene kind in het eerste leerjaar erin slaagt om zijn potlood te vinden, heeft de andere een volledig blad oefeningen gemaakt. Terwijl je aan de hele groep een boodschap geeft, moet je aan Lieveke diezelfde boodschap nog eens herhalen want een boodschap voor de volle klas interpreteert zij niet als een persoonlijke boodschap.
Iedereen leraar?
Ik krijg eind september een paniekerige telefoon van de andere kant van het land. Of ik tijd heb om in het weekend langs te komen. Onze kleinzoon heeft moeilijkheden met lezen en de juf vraagt aan de ouders om te oefenen.
We zoeken een rustig plekje. Papa en mama kijken over de schouders mee, oma noteert elke stap die ik zet want zij vangt hem vaak op na vier uur en ze wil weten hoe ze hem kan helpen. We oefenen de letters. Ze zijn gekend. Visuele discriminatie is geen probleem. Auditieve analyse en synthese lukt moeilijker bij deze jongen die geboren werd eind november. We maken er een spelletje van en oefenen. Dikke duimen verhogen zijn competentiegevoel en hij begrijpt de systematiek van het analyseren van woorden in letters en hoe hij de synthese van letters tot een nieuw woord kan maken. Vooral zijn zelfvertrouwen is gegroeid. Onze leerling mag buiten skeeleren en ik leg nog even uit aan mijn schoondochter en zoon en aan oma hoe ze hem in de toekomst kunnen helpen. De volgende dag krijg ik telefoon. Het lukt al beter. Hoe ik dat kan? Omdat het mijn stiel is, was.
Te hoge verwachtingen voor ouders
Soms verwachten scholen dat ouders kinderen kunnen ondersteunen in hun leerproces. Enkel ouders die de stielkennis hebben, kunnen kinderen helpen in dat aanvankelijk leerproces. Dit leren moet op school gebeuren, bij de vakmensen. Jammer toch dat leerkrachten zich niet altijd bewust zijn van hun vakmanschap en zich te weinig bewust zijn hoe uniek en waardevol dat is. Meesterschap moet je oefenen en koesteren.