Een beetje dood

“Dan ben jij een beetje dood”. Deze uitdrukking herinnert mij aan mijn schoonheidsspecialiste die jammer genoeg een tiental jaar geleden overleed aan kanker na een lange strijd. Dit was haar antwoord op mijn verhaal, intussen meer dan 12 jaar geleden. Zij luisterde  naar mij en ik naar haar.  Ik durfde ik het woord “dood” niet te gebruiken voor haar situatie. Ze was toen al ziek, ik wou haar hoop niet afnemen, er zelfs niet aan denken.

Jarenlange vermoeidheid

Ik kamp al jaren met vermoeidheid, eerst sluimerend, dan hevig, nu sluimerend. Het begon na mijn 40 ste. Ik verstond het niet en de dokters die ik contacteerde zagen mijn levensomstandigheden; drukke job en kinderen als oorzaak. Ik wist beter maar kreeg geen echte diagnose noch gehoor. Tot ik 13 jaar geleden een arts vond die het wel erkende en ik daarna twee jaar uitrustte met een zeker resultaat. Ondanks het feit dat ik weinig hoop kreeg van mijn behandelende artsen, herbegon ik met werken, ging ik mijn levensstijl aanpassen, sliep ik bij op gestolen momenten en beet ik heel hard op mijn tanden om mijn vaak te verbergen.

Toch bleef ik artsen, therapeuten, genezers contacteren, bleef ik heel veel geld uitgeven omdat ik geloofde in mijn volledig herstel. Dat geloof bracht mij vorige week op advies van een andere therapeute die ik leerde kennen door een vriendin,  bij een endocrinoloog die voor mij het vat van Pandora opende.

Hij bekeek mijn bloeduitslagen en besloot, door verbanden te zoeken tussen de verschillende resultaten van bloeduitslagen die tot 3 jaar oud waren, dat ik wel heel moe moest zijn. Ik voel sedertdien terug mijn lichaam, ik slaap veel. Maar ik heb hoop, ik krijg een nieuwe diagnose  en hij beloofde dat hij mij zal helpen. Nog even wachten op de uitslagen. 

Bij het weggaan kreeg ik zijn boek mee, “De CVS-mythe, waarom onze geneeskunde zich geen raad weet met chronische zieken”. Hij schrijft in een zeer bevattelijke taal over mensen die meemaakten wat ik meemaak en hij geeft oplossingen. 

Het vat van Pandora

https://nl.wikipedia.org/wiki/Pandora_(mythologie)”
Ik wist niet dat vermoeidheid nog een thema was voor mij maar dat is het duidelijk wel. Ik herken de vele verhalen die dokter Coucke beschrijft.

Intussen herlas ik verschillende teksten die ik tussen 14 jaar geleden en nu schreef met als thema mijn leven, mijn vermoeidheid. In het verhaal van Pandora staat dat de hoop in het vat was gebleven en dat we op die hoop steeds kunnen terug vallen. Dat deed ik, dat doe ik. Hoop heeft ook het nadeel dat we de waarheid niet volledig onder ogen zien. Ook dat beaam ik. Op onbewaakte momenten mocht ik de vermoeidheid ervaren op alle uren van de dag en meestal gaf ik daar niet aan toe, ik bleef vechten, verbergen. Met een klager is niemand gediend.

Vervolgverhaal

De volgende weken wil ik mijn verhaal met betrekking tot vermoeidheid aan mijn blog toevoegen als vervolgverhaal. Graag jullie reacties.

“Mama, een leven als dat van jou wil ik nooit!”

Soms blijven woorden en voorvallen hangen en is het nodig om jaren later eens te reflecteren….

Waar is de tijd die ik eigenlijk niet mis?
Opstaan om half 7, tien minuten om de was uit te halen, 15 minuten voor de douche en het individueel badkamermoment, om 7 uur stipt de kinderen wekken om 20 voor 8 de deur uit te gaan. Kinderen uitladen op school met de hoop om nog voor de schooluren file-veroorzakende-trechters voorbij te zijn.

Alles is getimed tot op de minuut. Het lijkt wel het gezin Banks uit Mary Poppins maar dan zonder de suffragette moeder. Niets mag verkeerd gaan. De kleren, de opgeladen GSM, het middagmaal en de tussendoortjes voor mezelf en de kinderen liggen van de avond ervoor klaar.
Ik probeer niet aan het werk te denken, dat kan mij enkel tot verwarring brengen. Ik hou de klok in de gaten en blijf in het hier en nu tot dit stressvolle maar noodzakelijke ochtendritueel door is. Ik pas op mijn woorden, probeer niemand te schofferen want met dit strak schema kan een verkeerd woord tot een ontploffing leiden, zeker in dit huis vol hoogsensitieve personen, mezelf incluis.
Het werkt, deze strikte en geprogrammeerde ochtenden, ik hoor geen klachten.

En dan, net die ene morgen dat ik zeker niet te laat mag zijn voor een ‘belangrijke vergadering’ zegt mijn 14 – jarige dochter heel ernstig, schijnbaar tussendoor, terwijl ze nog een tweede boterham neemt en ik haar zie denken of ze nu confituur of choco wil: “Mama, een leven als dat van jou wil ik nooit.” Haar broer en zus eten rustig gehaast verder, ik zie geen reactie, haar opmerking is enkel ter info.
Ik slik en moet me zelfs even vasthouden aan het keukenblad. Ik leg de keukenhanddoek, waarmee ik nog vlug de laatste druppels afveeg van het servies dat ik uit de afwasmachine haal, neer.
“Wat zei je?”
“Wel”, zegt ze heel informatief, “dat ik later nooit een leven als jij wil.”

Ik ben blij met haar eerlijkheid maar krijg tranen in mijn ogen. In mijn hoofd start een oorlog van emoties. Ik ben fier op haar, blij voor haar openheid, ik ben kwaad want dit leven wil ik eigenlijk ook niet, ik voel mij falen, ik ben ontgoocheld, ik ben een leeuwin en een lafaard.

Ik had kunnen schreeuwen dat ik ook nooit gedacht had dat én een gezin een carrière voor zoveel stress zouden zorgen. Ik had ook nooit gedacht dat ik, die ooit leefde zonder uurwerk en nergens op tijd kwam, nu de klok als beste vriend moet nemen.

Plots, als uit het niets zeg ik met mijn laatste krachten: “Ik ga bellen naar het werk dat ik later kom, jullie moeten niet naar de opvang en ik breng jullie tegen schooltijd.” Ik bel het werk een verzin een leugen voor mijn te laat-zijn.

Het toilet dient als schuilplaats. De energie schuif uit mijn lichaam, uit mijn hoofd, over mijn hart, langs mijn buik en mijn benen, door mijn tenen, zo de grond in. Ik probeer recht te komen maar ik wil het eigenlijk niet en blijf zitten.
“Waar ben ik in godsnaam mee bezig? “ Boven mijn carrière, studies, hobby’s, sport en huishouden heb ik maar één grote wens, een goede moeder zijn. Wat voor moeder ben ik als ik geen voorbeeld kan zijn voor mijn dochter?

En waarom raakt dit mij? Hoe sta ik zelf tegenover dit leven dat veel te hectisch is? Maak ik mezelf wijs dat ik van deze drukte hou? Hou ik er wel van gezellige drukte, zoals ik dat vaak verwoord?
Alles mag van mij tegenvallen, mijn werk, mijn hobby’s, mijn sportprestaties maar één ding wil je, als je eenmaal koos voor een gezin, dat is een goede moeder zijn, je kinderen een leven geven dat ze graag leven. Ik stond er nooit bij stil dat mijn hectisch leven ook voor hen hectisch is, zij meer nood hebben aan rust.

Ik doe alles voor heb. Alles en niets zijn woorden die ik enkel gebruik als in te gespannen ben om te nuanceren. Ik spaar hen in het huishouden want ze moeten leren. Ik stimuleer hen tot verschillende hobby’s en uitdagingen want ik heb dat nooit zo mogen ervaren. Ik ben caoch, supporter, taxichauffeur, ik ben de moeder die op elke samenkomst van de jeugdbeweging de leiders gaat bedanken, die goede contacten onderhoudt met leerkrachten, met de moeders van hun vriendjes… Ik organiseer culturele uitstappen, lees kinder- en andere boeken mee met hen om die spreekbeurten extra te stofferen, rij kilometers om om hen op te halen op school na het werk en beschouw die toffe momenten samen of met één van hen in de auto als quality time.

Als mijn dochter iets zegt, meent ze het. Morgen trekt zij deze woorden niet terug. Zij gaat haar eigen woorden niet vergoelijken om een ander zijn gevoelens te sparen. Zij meent wat ze zegt, zij is authentiek. Van haar kan ik iets leren.

Ik hoor de kinderen op de gang. Ze hebben hun jassen aan en de boekentassen staan klaar. Ze wachten. De jongste komt even kloppen “Gaat het mama?” Ik antwoord dat ik direct kom en dat we ons vandaag niet gaan afjagen.

Ik heb een dagtaak waarvoor ik niet ben opgeleid. Mijn moeder combineerde haar thuiswerk met de hulp aan mijn vader en de opvoeding van de kinderen. Heel eenvoudig, heel sec, ze stond ten dienste van man en gezin. Ons leven was eenvoudig, we gingen naar school, we speelden met vriendinnen we hadden de verplichting met de familie. Mijn moeder dacht nooit dat een opleiding woord mij in mijn kracht kon brengen, dat ik via een dansopleiding beter zou gaan aarden, dat competitiesport mij zou uitdagen in mijn zelfrealisatie of dat een culturele opleiding het kunstzinnige in mij zou wakker maken. Extra pleziertjes, uitdagende hobby’s waren er niet bij, het leven en leren op zich bood voldoende uitdaging. Wij werden verzorgd, kwamen er netjes voor, kregen gezonde voeding en kregen kansen om te studeren. Mogen studeren was toen nog een gunst.

Ik spot sedert de geboorte van de kinderen al naar hun talenten om hun te kunnen begeleiden naar de juiste hobby, de passende studierichting, het beroep waar ze hun passie in leggen en waarin ze ten volle kunnen ontplooien. Mijn droom is hen een toekomst te geven die past bij hun persoonlijkheid.
Ik zorg voor mijn kinderen maar maak goedbedoeld het proces ingewikkeld. De druk op de ketel is te hoog voor één van hen. Ben ik echt op weg naar een leven waarin niemand zich nog gelukkig voelt omdat de drang om de eigen passie en missie te vinden te groot is?

Ik wou mijn kinderen de wereld leren kennen omdat ze zouden kunnen kiezen uit het vele wat de wereld te bieden heeft. Er zijn zoveel mooie en leuke beroepen waar ik geen weet van had in het landelijke dorp waar ik naar school ging. Deze wil ik mijn kinderen wel laten kennen, ik wil dat ze een plezierig leven hebben.
Ik bedenk dat ik dit niet duidelijk maakte voor de kinderen. Maar ik weet dat het niet duidelijk is voor mij. “Zo een leven wil ik niet, mama” is een duidelijke boodschap van een dochter aan haar moeder.

Mijn dochter heeft mij met mijn bloot gat op het toilet gezet. Ik raap mijn moed samen en ga bij de kinderen. We stappen rustig in de auto. De jongste zegt nog dat het heel fijn is om later naar school te vertrekken. Ze gaat eigenlijk niet graag naar de opvang. Ik luister.

Mijn dochter die de hele commotie veroorzaakte zit naast mij met haar koptelefoon op. Ik vraag niet naar welke muziek ze luistert. Dat doe ik anders wel. De trechterfile valt al bij al mee. Ik kom te laat op het werk en merk dat er niets van belang verteld is, niemand miste mij.

We zijn jaren later. De kinderen kozen uiteindelijk een eigen weg. Veel taxiritten zijn voor niets geweest, veel lidgelden bleken overbodig, heel veel weekends hadden we samen genietend kunnen doorbrengen of hadden zij in het bos kunnen vrij spelen met vrienden.
Niemand danst nog, niemand tekent nog, niemand speelt nog volleybal of viool. De vele turnnamiddagen zijn vervangen door bergtochten die ze graag ondernemen met vriendinnen en vrienden.

Mijn dochter heeft niet voor mijn druk leven gekozen waarin ze werk en gezin moet combineren. Ze is nog altijd even rechtuit en zet met nog altijd voor schut met eerlijke antwoorden, momenten van reflectie, net wat ik nodig heb. En als mijn zoon komt vertellen dat de kleinkinderen circusschool doen en naar de teken- en muziekacademie en naar de chiro gaan, vraag ik of de kinderen dat wel echt willen. “Natuurlijk” zegt hij.

Ik zwijg.

Duitsland capituleert

In het Ludwigmuseum in Keulen geef ik mijn tas verplicht af aan de balie. We genieten in dit walhalla en verdwalen traag en sereen in de prachtige werken van Richter. Excellentie vier je alleen in stilte. Ik vind mijn vriendin niet meer. Mijn maag knort en mijn GSM zit in een kluis. Vriendin heeft ons kluisnummer.
De plichtsbewuste vestiairedame zegt “geen kluisnummer, geen handtas”. Ik smeek in het Engels en het Duits. Zij negeert mij. Ik eis, pers een traan en speel een hysterisch wijf. Niets helpt. Een internationaal gezelschap vrouwen bedingt dat ik mag bellen. Duitsland capituleert.

Talenten en leermoeilijkheden

Die zondagmorgen in de fitness …

Onderwijs is overal
Ik train op de loopband en hoor naast mij een gesprek tussen twee vriendinnen.
Vriendin: Hoe gaat het met Jan? Maakte hij al een keuze voor volgend jaar?
Mama: Niet echt, leren is niet zijn ding, hij heeft dyslexie en dysorthografie zoals je weet. Het is al zo moeilijk gegaan in het lager en in het secundair veranderde hij twee keer van school en moest hij een jaar dubbelen.
Vriendin: Heeft hij al een idee in welke richting hij wil gaan?
Mama: Wel, hij deed ingangsexamen voor dramadocent in Nederland en hij slaagde. Hij is fier op zichzelf en doodgelukkig.
Vriendin: Dan weet hij het al?
Mama: Hij heeft ook interesse voor orthopedagogie en in die school doen ze buitenlandse stages.
Vriendin: Nederland is toch het buitenland?
Mama: Ja, dat is waar. Hij kreeg zelfvertrouwen door te slagen, slechts 1 op 3 mag aan de opleiding beginnen.
Vriendin: Dan moet hij dat doen he?! Laat hem iets plezants doen, hij heeft al genoeg gefaald.
Ik ben de luistervink van dienst en ken de jongen vaag. Onlangs zag ik hem een interview geven op een lokale zender en zag onmiddellijk zijn talent. Zijn oma vertelde mij vorig jaar dat hij schoolmoe was, zeker nu hij in een richting was beland die hem niet echt lag. Ze had duidelijk met hem te doen.
Dit gesprek brengt mij bij mijn jongste dochter die, na jaren van leerproblemen, ook koos voor een kunstopleiding in het hoger onderwijs. “Mama, in mijn klas had bijna iedereen vroeger leerproblemen. Daardoor mochten ze uiteindelijk naar het kunstonderwijs”, vertelt ze me, positief als ze is. Ik antwoord cynisch, zelfs licht sarcastisch maar zeker niet overtuigd dat de vele labels dan toch nog voordelen hebben: “Jullie hebben allemaal geluk gehad!”.

Sinterklaas 2.0

De school en de Sint toen
Sinterklaaskaart 05

Eind november, ik ontmoet een kleuterleidster, 20 jaar geleden gepensioneerd en nog volop in de weer voor de lokale gemeenschap. Ze blijft in contact met haar oud-leerlingen, waarvan de oudsten de 60 naderen. Ik hoor in haar stem nog dezelfde dynamiek als toen ik haar lang geleden kende als directeur van een kleine, autonome kleuterschool.
Hoe wij dat tegenwoordig doen bij de inspectie?  Ik vertel haar over onze nieuwe manier van werken. “We gaan nu in dialoog met de school om de school te ondersteunen in haar ontwikkeling”.
Ja, zegt met sommige inspecteurs kon je goed praten. Ze maakten ons bang voor de inspectie maar dat was echt niet nodig. Haar echte succesverhalen liggen in haar klas. Ze vertelt over een kleuter. “Dat manneke zat volledig in zijn schelp en sprak niet”. Door hem eerst individueel aan te spreken en later zijn groepjes systematisch te vergroten, zag ze hem groeien in welbevinden en communicatie. “Ik heb dat nooit tegen de ouders durven zeggen”, zei ze. “Het was al erg genoeg dat die ouders dat kind bang maakten voor de school en zeker voor het eerste leerjaar”. Ze ging voorzichtig om met de ouders om hen niet te kwetsen, om hen niet de indruk te geven problemen had, om het kind te sparen. Het beeld van Sinterklaas dat op mijn facebookpagina passeert staat symbool voor die tijd. Toen Zwartepiet nog zwart was en een zak had, domineerde angst.

De school en de Sint NU

De Sint is flexibel, pedagogisch geschoold en evolueert mee met de tijd, ondanks zijn gezegende leeftijd! Hij sprak de verlossende woorden bij zijn aankomt dit weekend: “Er zijn dit jaar geen stoute kinderen”. En deze woorden weerspiegelen zich in het onderwijs. We verbannen angst ze ver mogelijk want dat heeft geen enkel positief effect.

Over dingen die beklijven

Is er nood aan nog een blog? Zitten mensen echt te wachten op nog meer meningen, nog meer opinies op het wereldwijde web? Misschien niet. En toch start ik hier op dit hemels moment – zo voelt het aan- met een eigen blog. Een blog met mijn naam Lucrèce Matthijs.

En waarom? Omdat ik een vrouw ben met veel te veel woorden, met veel te veel gedachten die vaak vechten binnen dat verwarde hoofd van mij. Of ik kan al die gedachten constant in toom houden of ik kan er iets creatiefs mee doen. Ik hou van schrijven. Ik hou ervan om woorden op dit kleine scherm te zien verschijnen. Het is mijn passie, mijn middel om orde te zoeken in de chaos, mijn kleine geluk, mijn fierheid.

Zo hebben we allemaal wel iets; puzzelen, online spelletjes spelen, breien, haken, naaien, dagelijkse yoga, lopen, … Iets dat ons hoofd leeg maakt voor het volgende.

Met dit kleine geluk maak ik mezelf en mijn omgeving gelukkig. Daar gaat het toch over? Deze blog is mijn goede daad aan mezelf en de wereld.

Laat je mij weten hoe jij het vindt?